In een auto vol psychedelische muziek van een reeds vergane band (Forever Pavot) overloop ik mijn herinneringen aan afgelopen week, beginnende bij de dikke joint die beide Deliriums (Deliria?) gebongd hebben tijdens het bekijken van Fantasia en hoogstwaarschijnlijk eindigend bij het huidige ritje naar La Rochelle.
Vrijdag was hectisch. Hanne afgehaald van het station en haar naar mijn huis begeleid, terug richting stadhuis gefietst om de domiciliëring van Damian in orde te brengen, met de hele bende samen gezeten opdat ik niet (te) pissig word van de toestand van mijn huis bij terugkomst, afscheidskaartje gepend voor de buurman en dan op het gemakje naar mijn ouders geracet om afscheid te nemen voor de vijfde keer.
De Fantasia-joint was echt niet louter ter amusement. Zorgeloos vielen we rond middernacht in slaap.
Zaterdag vertrokken we in de voormiddag (mijn slaapzak was verdwaald op zolder) richting Frankrijk. Naar Kortrijk via Gent, afbuigen naar Brugge - 24 Nederlandse koppels hielden een 'om ter snelst naar Parijs liften'-competitie, waardoor de normale route een pak onaantrekkelijker werd - en de dag afsluitend in Dunkerque.
In het vroege begin van de Tweede Wereldoorlog had den Duits het Engelse en Franse leger daar in de hoek gedreven, waarop de Engelse overheid ordonneerde dat iedereen die zelfs maar een sloep bezat deze naar Duinkerken moest varen om zoveel mogelijk soldaten op te pikken - met succes. Geschiedkundig waardevol stadje met toch maar zo'n drie mooie gebouwen, maar damn, voor de rest valt er geen reet te beleven.
Bij de daklozen konden we een slaapplek fiksen (een schamel bootje) en de dag erna sukkelden we moeizaam verder richting Parijs.
De Franse bevolking is blijkbaar heel vriendelijk en genereus als je hen persoonlijk weet aan te spreken. Het liften ging zelden zo gemakkelijk als op hun station services.
De Franse bevolking is echter zeer schuw, koel en gesloten als het persoonlijk contact ontbreekt. Het liften ging zelden zo moeizaam als aan de kant van een Franse weg.
In Duinkerken stonden we aan de kant van de weg. Op een zondag.
Het is al een wonder dat we enigszins verder raakten: Saint-Omer. Piepklein pittoresk stadje, kathedraaltje erbij, mooimooimooi, maar KOUD dat we het hadden. De temperatuur was zo demotiverend dat we niet eens probeerden sociaal te doen. We schooiden ons eten bij elkaar en boekten het goedkoopste hotel dat er was, en veel zegt dat niet. Frankrijk is voelbaar duurder.
Maandag duurde het wederom een eeuwigheid voor we op de snelweg zaten - drie uur en zeven verschillende liftplekken. Op de snelweg werden we meegenomen door een man wiens leven met hem aan de haal ging.
(Vier jaar geleden trouwde hij met een Libanese vrouw die hij niet kende en wiens persoonlijkheid achteraf niet compatibel bleek met de zijne. Hij wou scheiden, dolgraag, maar zijn zwangere vrouw dreigde ermee in zulks geval zowel hun kleuter als hun ongeboren kind mee te nemen naar land van herkomst, zodat hij ze nooit meer zou zien. Zijn familie koos de kant van zijn vrouw. Ook had hij ondertussen een oogje op een mademoiselle.)
's Avonds kwamen we aan in Parijs, stad van de liefde, de para's (net als thuis <3), de her en der verspreid liggende daklozen, de opdringerige straatverkopers, de weldoorvoede ratten en de net niet Albanese verkeerssituatie. Parijs was zoveel drukker (en mooier) dan ik had verwacht.
Het was laat, donker en koud, Couchsurfing bracht geen soelaas en zodoende waren e wel verplicht een hostel te zoeken. 38 euro voor één van de zes matrasjes. Braaf hoestte ik het bedrag op, stout sliepen er die nacht twee mensen in één bedje, van wie de zwartslaper nog twee gratis shotjes had weten te bemachtigen.
Parijs was te groot om in een dag te zien, dus we verlengden ons verblijf met twee nachtjes van andermans gastvrijheid. Met de ene host joints gerookt, een discussie over kaas bijgewoond, vlugjes gevreeën toen we wat tijd (alleen) hadden en met de ander - die ik al kende vanuit Dublin - superbe met stokjes gegeten, gezelschapsspelletjes gespeeld, een luxueuze regendouche uitgetest, het bed laten kraken toen de andere kamer ook niet stil was en vanuit bed op straat gesprongen. Soort van.
Parijs verlaten was dificile. Twee uur lang zaten we aan de rand van de weg te klooien met een bordje, om onmiddellijk meegenomen te worden toen we bij het rode licht op de autoruitjes tikten. Helaas werden we verkeerd gedropt, gelukkig werden we geholpen en zodoende eindigde onze donderdag in Orléans. Prachtig klein stadje, geboorteplaats van Jean d'Arc en nu de woonplaats van een zeer sympathieke host.
Salade, mojito's, feest van Beaujolais (iedereen proeft de nieuwe batch wijn die nog helemaal niet voldoende gerijpt is), slapen in zijn bed en veel privacy hebben omdat de deurklink 'Fuck you' zei en de host niet in zijn eigen huis wou laten. Wij zaten dan ook wel opgesloten, maar met de aanwezigheid van een bed, douche, eten... kan een mens veel verdragen.
Die dag ging het liften waanzinnig vlot, waardoor we op dit eigenste moment onverwacht in La Rochelle zijn gearriveerd.