Gisteren bedacht ik me in Tetouan, tijdens het delen van de quasi dagelijkse joint en de bijhorende quasi filosofische gesprekken (deze keer het proces van het verzinnen van een geloofwaardig fictioneel verhaal) dat wij misschien allemaal personages zijn in een boek dat nu ergens geschreven wordt.
Sommige mensen zijn uiterst belangrijke protagonisten in dit verhaal, anderen zijn de te vermijden slechteriken en de meesten spelen slechts figurant. De ene heeft een karakter zo diep en onpeilbaar als de oceaan, de andere is zo vlak als een papiertje. De reden dat sommige gebeurtenissen in ons leven belachelijk ongeloofwaardig of net meant-to-be lijken te zijn, is omdat iemand met een menselijke ziel alles verzint. Misschien vinden we bepaalde mensen onmiddellijk sympathiek, hebben we aan anderen een oorzaaksloze hekel en bestaan déjà vu's omdat we allemaal een ander personage waren in voorgaande boeken en onze intuïtie het enige is dat als herinnering hieraan overblijft.
Is god een schrijver?
Is een schrijver god?
Marokko is echt geweldig. Dit voor ons vaag gekende land begon rumoerig, chaotisch en teleurstellend, doch deze eerste impressie is reeds onderuit gehaald door de oprechte gastvrijheid die we hier continue ervaren.
Ja, er lopen nog steeds verkopers rond in incognito modus die elke toerist (z'n geld) subtiel proberen op te vissen, de lijn bezwaard met zoete praatjes, een schijn van behulpzaamheid en het talent mensen met overdreven schuldgevoelens te manipuleren.
Er heerste algemene consternatie toen we (uit oprechte interesse) het joodse kerkhof wilden bezoeken en we durfden niet verder te gaan, uit vrees deze mensen onbedoeld te beledigen. In een zijstraat naast het Marokkaanse kerkhof lagen twee bollen wol te rotten.
In de smalle straatjes van de old town, de medina, worden vissen gekuist en druipt het bloed over de straatstenen. De slager etaleert naast grote hompen vlees soms ook schapenhoofden, alles uitgestald zonder glas of koeling.
Ik zie beduidend minder vrouwen rondlopen en geen enkel koppeltje. Hoofddoeken zijn alomtegenwoordig. Volwassen mannen dragen een jurk en de straatkatten zijn de echte schooiers - eentje zag ik snoepen van een aangereden exemplaar. Iemand stampte op de poot van een kruiperige zwerfhond.
Eten doen we uit één bord en met onze handen. Vrouwen wassen hun kleren manueel in een emmertje of in een nabijgelegen rivier, mannen gebruiken ezels om het land te spitten.
Ik heb gekakt, gepist en gemenstrueerd in een porseleinen gat in de grond en alles met mijn eigen handen en wat kraantjeswater afgekuist.
Er zijn (een hoop) culturele verschillen die ik walgelijk of confronterend vind, maar veel is ook intrigerend of leerrijk.
Als iemand je echt wil helpen, uit sympathie, interesse of respect, reken dan maar op hulp. Zonder er zelfs maar naar te vragen kregen we volledige maaltijden, koekjes, liters thee, gidsbeurten, slaapplaatsen en een lurk aan de pijp aangeboden. Tijdens het liften hebben we maximaal een kwartier op een auto gewacht, en dat enkel omdat er slechts om de vijf minuten eentje passeerde. De inwoners hier (zeker van de dorpjes) behandelen ons alsof we verre familie zijn, met een gastvrijheid die we bij ons niet eens voor onze echte familie overhebben. Men is armer, maar verhoudingsgewijs bereid om meer te delen.
Onbekenden begroetten ons of voeren een klein gesprekje. Tijd wordt anders begrepen. Er wordt hard gewerkt, maar ook gerust, gebeden (wat ook een soort meditatie is) en iedereen lijkt hier hasj te roken. Men neemt gevoelsmatig de tijd om te ontspannen. Wat nu niet kan, komt wel op een ander moment.
Er is veel politie en de politiek werkt niet zo democratisch als wij bij ons eisen, maar de gewone man op de straat is begripvol, geduldig en ontspannen.
Ondanks het vele vuil dat de natuur overal (ter wereld) bevuild, blijft deze prachtig. Het noordoosten hier was behoorlijk droog en vegetatie was schaars, maar je hebt de zee (die soms zo blauw is als een kindertekening), zandstranden, bergen en bijhorende kronkelweggetjes.
In het westen wordt de wereld groener, de bergen blijven en ik heb al enkele riviertjes gespot. In de auto naar Tetouan vingen we een glimps op van een sterrenhemel waar geen doek van lichtvervuiling voor hing en als ik klaar ben met schrijven en de hasjpijp wordt weggelegd, zullen we hopelijk een even mooie nacht aanschouwen in Chefchaouen.
Bewaar een kopje sneeuw voor me.