maandag 21 maart 2016

Let's talk about love: Habibi - deel 39

Muziek is een van de facetten in mijn leven geweest die ik veel te lang verwaarloosd heb. Als tiener luisterde ik voornamelijk naar het repertoire van Disney en een paar casual populaire songs die de radio me toefluisterde. Hips don't lie van Shakira. She's always a woman to me, Billy joel. It's my life, Bon Jovi. Dat soort shizzle. Toen kwam ik Damian tegen, die er zijn persoonlijke queeste van had gemaakt mij tot metalchick te bevorderen, al dwaalde ik steeds af naar de softere genres. Nightwish, Within Temptation, Dragonforce, Blind Guardian, Axis en... Deathstars? De lessen cultuurwetenschappen brachten me Marilyn Manson en Rammstein bij - uiteraard zeer educatief gekaderd - maar daar stopte het zowat. Ik deed geen moeite nieuwe muziek te ontdekken en mijn eigen genres beluisterde ik nauwelijks, allemaal uit schrik dat mijn ouders opeens zonder kloppen mijn kamer in zouden stormen, as usual, en bij het horen van mijn satanische bucht weer eens een donderpreek zouden afsteken, also as usual. 

Nu woon ik alleen en, misschien om de stilte te compenseren, zet ik op quasi elk moment dat ik thuis ben een cd'tje op, die ik allemaal bij de bib ontleen. Ze worden geselecteerd op basis van bandbekendheid en uitmuntend mooie covers. Huidige ontdekkingen: Wannes van de Velde, Led Zeppelin, Melody Gardot en Queen. Dit weekend heb ik A Night at the Opera zo'n vijf keer opgezet, met speciale aandacht voor liedje 5, getiteld 39. Hoogstwaarschijnlijk geef ik een volledig andere, misplaatst melancholische betekenis aan het refreintje dan Brian May - tijdmachine, puhlease! - voor ogen had, maar kunst is, evenals geschiedenis, zeer gevoelig voor persoonlijke interpretatie. Maar da's waar ook, jullie zijn op dit moment nog volledig in het ongewisse gelaten. Wel wel. Laten we daar verandering in brengen.

Ik heb Damian van Facebook en Skype gegooid, zo onze navelstreng dus doorgeknipt en de verantwoordelijkheid om die draad weer op te pakken in zijn handen geschoven. Kinderachtig, n'est-ce pas? William had mij vrij snel van Facebook gegooid na onze breuk - hij kon er blijkbaar niet goed tegen dat, nadat hij 'als vriend' verklaarde dat ik meer respect voor mijn partner moest krijgen als ik geen liefdeloos leven wou leiden, ik zijn hele persoonlijkheid vlugjes ontleedde en concludeerde dat hij sociaal zo beperkt was dat als er een van ons twee problemen in de liefde zou krijgen... Soit, genoeg reden voor hem om mij te ontvrienden. Kinderachtig, vervelend en dwaas, zuchtte ik. Iets wat ik nooit zou doen.

Fievels Franse duif wist het al: zeg nooit nooit.

Nu, ik heb Damian niet verwijderd omdat zijn bestaan in mijn leven te pijnlijk werd - au contraire, ik had hem daarin graag terug een belangrijkere positie zien innemen. Het bestaan van zijn dates daarentegen, dat was informatie die overbodig, misplaatst en te confronterend was.

Je moet weten dat hij de verachtelijke gewoonte erop nahoudt om al zijn Tindermatches direct te bevrienden. Hij hoeft nog geen date met hen te hebben gehad, nee, een match is al genoeg. Op Tinder kan je namelijk maar met één persoon chatten, terwijl hij op Facebook verschillende meisjes tegelijkertijd hun schoonheid en uniciteit kan complimenteren - een bewonderenswaardige pragmatiek. Uiteraard liken en sharen enkele van die grieten zijn posts. Uiteraard pik ik ze er blindelings uit. Twee x-chromosomen, jong, aanvaardbaar mooi en een beetje alternatief, dat zijn de meisjes waarmee hij poogt het vleselijke gat dat ik in hem achtergelaten heb te dichten. Een beetje labiliteit en de mentale leeftijd van een puber schijnen ook pluspunten te zijn. Helemaal Geen Rebound was al een malle keuze, maar nu heeft hij nog iets geestigers gevonden. Ik ontdekte haar bestaan door een hartje op zijn profielfoto. Gepost na de eerste date, natuurlijk, liefde komt snel dezer dagen. 

"Maar D., een hartje, moet je daar zo moeilijk over doen?"

Geen overhaaste conclusies trekken, mijn beste, het verhaal staat nog onder constructie. Anyway, ik heb hem toen ferm onder zijn vijs gegeven. Opgebiecht dat ik getwijfeld had hem te verwijderen, hij, die blijkbaar niet begrijpt wat een 'don't ask, don't tell'-verbintenis inhoudt. Hij kon niet anders dan spijt betuigen, maar hoe hij zo'n fratsen in de toekomst vermijden zou, geen idee. Het was tenslotte niet zijn fout dat al die random labiele grieten zich random en labiel gingen gedragen op zijn profiel. Ondertussen had hij ook al te bekennen dat, surprise surprise, de hartendame in kwestie wederom de emotionele volwassenheid van een gedeukt theelepeltje had. Ze had hem al laten weten dat ze haar ex miste, en dat ze niet wist of hij dat wel aankon. Dat zij en haar ex zeven keer per dag seks hadden, en of hij dat wel aankon. Dat ze borderline had, en of hij dat wel aankon. Dat ze zichzelf pijn wou doen.

Niets tegen mensen met borderline, niets tegen mensen die zichzelf automutileren, but boy, hoe wanhopig moet je zijn om een jongen die je amper een week 'kent' hiermee te belasten? En hoe wanhopig moet je wel niet zijn om met zo'n meisje verder te willen gaan?

Hij, als een echte gentleman, probeerde haar te kalmeren, raadde haar aan om hulp te zoeken in de vorm van haar moeder en een psychiatrisch centrum. Zij noemde hem een klootzak, eentje die erger was dan haar ex, blubberdieblubblub. Echt het soort van conversaties die je standaard voert na je eerste date, je kent het wel. De dagen erna was hij nog steeds met haar bevriend. Hij kwam enkel voor haar op Skype. Negeerde mij iets te lang op Facebook. Verzon slappe excuses om mij niet te zien - en zo zijn prenatale relatie met dat kind niet in gevaar te brengen.

Ik besefte opeens dat hij veel meer voor me betekende dan ik voor hem. Dat al zijn dates, hoe dwaas, labiel of psychisch gestoord ze ook mochten zijn, mij de komende tijden onafgebroken in het verdomhoekje zouden duwen.

Voor dat soort streken is mijn ego te groot.  

Hij mocht dan wel verklaren dat hij nog van me hield, ik denk dat hij meer van mij hield als abstracte, nostalgische herinnering dan van mijn concrete, lijfelijke aanwezigheid in zijn huidige leven. Dus ik pakte de schaar en knipte me los. 
Waar ik dezelfde avond nog hyperventilerend naar hem gebeld zou hebben, stuurde hij pas twee dagen later doodgemoedereerd een sms'je. Waar ik zo snel mogelijk gepoogd zou hebben het contact te herstellen, laat hij nu al twee weken niets van zich horen. 
Eén keer zag ik hem op Skype verschijnen. Mijn hart klopte enthousiast, ik wachtte hoopvol enkele seconden... en hij belde niet. Het was niet met mij dat hij wilde praten. 
Ik laat me niet graag vrijwillig confronteren met mijn insignificantie in zijn leven, dus ik zag geen andere optie dan hem ook van Skype te verwijderen. 

Hoewel ik er rotsvast van overtuigd ben dat ik van ons twee het snelst het gelukkigst worden zal, word ik ongelooflijk hard aangetrokken tot het soort muziek dat mijn melancholie op een piëdestal zet, zodat ik het beminnen en koesteren kan.

woensdag 16 maart 2016

Kattenkribbels

"Waar is de poes?!" Ik storm de living in, net niet springend van geluk omdat ons gezin eindelijk, EINDELIJK vervolledigd wordt met een poesje. Onze papegaai, Punkie, was enkele jaren daarvoor in eenzaamheid gestorven en sindsdien was ons huis beestjesloos, omdat mijn onbegrijpelijke moeder er 'niet voor was'. Het gebrek aan huiselijke diertjes compenseerde ik door me te verdiepen in de enigen die voor mij beschikbaar waren: de insecten in de tuin. 


Ik aaide rupsen, stopte ze in doosjes, nam ze mee op boerderijvakantie en liet hun ontpopte coconnen het vrije luchtruim in fladderen. Met mijn vlindernet graaide ik vlinders en vliegen uit de lucht - de ene liet ik ogenblikkelijk weer vrij, de andere verloor een vleugel en meestal ook zijn leven. Alle kruisspinnen in mijn tuintje waren wonderlijk obees. Ik verzamelde de slakken met de mooiste huisjes en schakelde hen in voor het zeer lokale kweekprogramma - mijn moeder was zo galant om de helft van hen eens vrij te laten op een rustiek landweggetje. Met bijen en hommels had ik dan weer eerder een langeafstandsrelatie, in die zin dat ik hen vanop een afstand complimenteerde met hun chubbyness en een snel sprongetje maakte als ze opeens opstegen naar mijn kant. De verdrinkingsdood van quasi al mijn pissebedden tijdens een onweersbuitje heeft me tot tranen en zware schuldgevoelens toe bewogen.
Ik ken de grootte van een koninginnenpage, herken de rupsen die zich niet tot vlinders, maar een of andere geelbuikige vliegensoort ontpoppen en ik weet wat dit is. Wat allemaal niet wegneemt dat ik elk jaar op Werelddierendag, toen de meeste leerlingen effectief met een beestje aan kwamen zetten in de klas, enkel een foto tonen kon van Punkie. Tot vandaag. 
Mijn neefje had bergen kittens schattig, beschikbaar en tot overlast wezen te zijn in zijn tuin, wij waren met z'n allen komen kijken en mijn gezwichte moeder had de esthetische knoop doorgehakt: één vrouwtje, grijs, wit slabbetje, witte kniekousjes en een zwart neusje. Mijn oom was zo galant om de rest van de nestjes, ouders inclusief, vrij te laten op een rustiek boerderijtje. 


"De poes moest nog naar de dokter. Dus ze kon nog niet komen. Morgen dan, waarschijnlijk", antwoordt mijn vader rustig, niet eens opkijkend van zijn afwas. Mijn teleurstelling is zo groot en intens dat ik hem niet eens beleefd wil verstoppen, nee, ik gooi me zo opvallend mogelijk in de zetel, bijt mijn opkomende tranen weg en mijmer over de oneerlijkheid van het bestaan. Wie denkt dat tienjarigen geen depressieve momenten kunnen kennen, zijn hartstochtelijk verkeerd.

"Miaaaauw?"

Het klonk zo zacht, klaaglijk en vragend, en het maakte me gek van geluk. In een tel sprong ik de zetel uit, legde me op mijn buik en zag daar een klein hoopje poes verscholen.

...

Het gaat niet goed met zara. Heeft terug een attakje gehad. Kan nu totaal niets meer zien. En we moeten haar eten geven. Ze heeft vannacht in de zetel gepiest en kaka gedaan. En dat is niet van haar gewoonte. Ze is nu echt aan het uitbollen.

Ik klap mijn gsm dicht en denk na over de te nemen stappen. Toen ik nog thuis woonde, kon ik niet anders dan geconfronteerd worden met haar verval. Hoe onze poes, na jarenlang door de dierenarts steevast als 'te dik' te zijn bestempeld, zachtjesaan begon te vermageren, tot je haar ribben kon zien. Hoe ze rond de kerstdagen weigerde te eten en zichzelf zo slap als een vod voor de chauffage neervlee en ik haar achter de rug van mijn ouders om paté, tonijnsalade, boter en zoete woordjes toeschoof. Ze was er weer bovenop gekomen, dat wel, maar we wisten allemaal dat haar eerste attackje een waarschuwing was voor mijn grootste angst die je met liefde noch rede bestrijden kan. 

Ze was dertien jaar. 
Ze was versleten, blind met momenten, en mauwde van pijn en vermoeidheid als je haar zachtjes oppakte. 
Ze was jarenlang mijn beste vriend geweest. 

Wilde ik wel getuige zijn van haar laatste aftakelingen? Ik woon nu in mijn eigen huis, met enkel een jonge, gezonde, dikke wijkkat om af en toe eens binnen te lokken. Ik ben niet verplicht de nakende dood te bezoeken, nee, als ik wil blijf ik gewoon thuis en wacht daar op het definitieve belletje om dan: "Da's jammer, maar het zat er wel aan te komen" te zeggen en me er voor de rest emotioneel buiten te houden. 


Het is erger dan verwacht. Mijn bejaarde poes houdt haar hoofd melodramatisch scheef, alsof ze me bekritiseren wil voor alle foute keuzes die ik in mijn leven genomen heb. Ze kan mijn gezicht lokaliseren dankzij mijn stem, maar haar ogen zijn zo troebel dat ze me onmogelijk kan zien. Door de positie van haar hoofd lijkt ze ook geen grip meer te hebben op de oriëntering van de ruimte: ze loopt de verkeerde kanten op en botst tegen alles aan. 
Ik pak haar etensbakje, vul het en hou het voor haar hoofd. Ze eet. Is dat goed of slecht? Wordt ze beter of blijven mijn ouders een paar weken langer bezorgd over een incontinente, blinde, bejaarde kat? Ze wil naar buiten. Ik pak haar, zet haar zo comfortabel mogelijk in mijn armen en wandel zo naar buiten. Ik laat haar aan wat blaadjes en takjes ruiken en vraag haar of ze het zich herinnert. De tuin, met die ene rozenstruik en een paar buxussen. Kerstmis, met de spar waaronder ze toen binnen en nu buiten zitten kon. Veel laat ik onuitgesproken, tenslotte zijn katten minder menselijk dan sommigen van ons hopen, maar toch. Herinner je het je nog? 


Hoe ik je te vaak te veel te hard gepest heb, omdat ik zo waanzinnig veel nood had aan liefde en die liever uit jou kneep dan me te beheersen? Hoe jij je ook niet meer beheerste en naar me blies, siste, sloeg en klauwde? 
"Heb je je weer aan de poes gesneden?", vroeg Damian geregeld bij het zien van de rode strepen op mijn handen en armen. Ik wou gewoon je vriend worden. Ik heb je, en don't tell anyone, zelfs gelikt, in de hoop zo je poezelige genegenheid te winnen. 

Ik eiste van mijn ouders dat ze jou vlees zouden toestoppen tijdens het eten en het was door mijn toedoen dat je onze borden mocht uitlikken. Jarenlang heb ik overal poesjes getekend, vaak grijs-witte. Je zou kunnen stellen dat jij me cat obsessed gekregen hebt.

Herinner je nog al je slaapplekjes? Vroeger, die ene rieten stoel onder het afdak, voor de renovatie/uitbreiding van onze keuken? Het grote, ronde kussen waar je gedrogeerd tegen smakte nadat we jou de operatie lieten ondergaan waar elke dokter mij te jong voor vindt? De nestjes die we op bed van onze dekens maakten? Of jij die gewoon onder het opengegooide deken liggen ging en wij die je nergens vonden? Het opgewarmde dak, waar mijn vader ooit nog een emmer water over De Scheefkop heeft gekapt toen die jou intimideerde met zijn vervaarlijk, indringend gemauw? 

Ooit ben je in de tuin van de buren beland en dan moest mijn moeder je halen, want je kon zelf de muur niet over springen. Weet je nog? Dat je zelf in bad kon springen om daar te wachten tot iemand de kraan open zou draaien? Niet te hard, niet te zacht, nee, je moest het perfecte straaltje hebben. Hoe kieskeurig je over je eten kon zijn? Hoe moeilijk we jou aan het spelen konden krijgen? Enkel touwtjes en lasers hadden blijvend succes. Hoe je kasten, zetels en tafels rauw hebt gekrabd? Hoe er schimmen van kotsplekken op de mat achterblijven en het vertikten om te verdwijnen? Hoe mal je deed toen we je een vlooienbandje om probeerden te doen? Het leek wel alsof je er depressief van werd. Vogels heb je nooit kunnen pakken, insecten des te meer. Weet je nog hoe kwaad ik was als je op een vlinder kauwde? Hoe ik je mond opentrok en de versufte vlindersjiek buiten weer vrijliet? Hoe een ingeslikte geangelde vergissing je keel liet opzwellen? 

Herinner je je moeder nog? Je neven en nichtjes, ooms en tantes? Je broertjes? Allemaal grijs-wit, maar met een ordinair roze neus, waardoor mijn moeder hen niet wou redden. Zouden ze nog leven? Naar het schijnt, toen mijn ouders jou gingen halen, je in een kartonnen doosje stopten en onder hun snelbinder legden, wel, naar het schijnt liep een van je broertjes achter hen aan toen ze wegfietsten en jij je pootje door de gaatjes stak. Zou hij nog leven? Heb je hem gemist? 

Weet je nog dat ik achter de dood vroeg, smeekte en krijste in jouw bijzijn en jij onvermoeibaar verder at? Hoe mijn vader je ooit schopte tijdens een van zijn onbeheerste woede-aanvallen? Jij kent veel geheimen, poes. Herinner je ze nog?


Ik voel dat ze terug op de grond wilt, dus ik wandel naar binnen en zet ze neer. Ze loopt de verkeerde kant uit, dus ik begeleid haar naar haar opgeplooide handdoek voor de chauffage in de badkamer. Ze gaat direct zitten, hoofd nog steeds vijfenveertig graden in de verkeerde richting gedraaid en begint zich te wassen. Ik aai haar, ze likt me en ik, die altijd gepoogd heb zoveel mogelijk van haar gelukslikjes op mijn vingers te verzamelen, gruw ervan, alsof ze de dood zo op mij zou kunnen overbrengen. 

Dag poes. Geen definitieve dag, nu nog steeds niet, maar het sluipt dichter, elke dag dichter, en ik hoop dat je uiteindelijk onder de grote, middelste steen van ons tuintje begraven wordt, zoals we zo vaak gegrapt hebben. Geen vrees, alleen zul je niet zijn, je hebt de herinnering van een love bird en twee hamsters om je daar, tussen mijn wormen- en pissebeddenvrienden, gezelschap te houden.


Een boze poes.

donderdag 10 maart 2016

READ THIS MAIL OR U GONNA DIE IN A WEEK!

Geachte Nigeriaanse prinsen, verkopers van potentieverhogende middelen en oprecht bezorgde onbekenden die ons geestverschijningen, ongelukken en de dood willen besparen


Spammails typen is een tijdrovend karwei, dat weet u beter dan ik. Het is niet alleen belangrijk uw product zo omslachtig mogelijk aan de man te brengen, daarnaast zijn er ook die typerende kenmerken van het medium waar rekening mee gehouden dient te worden. De in de blender geworpen, verhakkelde zinsbouw, bijvoorbeeld. Het originele gebruik van hoofdletters en de wulpse creativiteit inzake spelling. De overtuigend-activerende kracht die uw mailtje uit moet stralen, zonder té choquerend, belerend of dwingend over te komen. Et cetera et cetera.
Hier komt zoveel denkwerk en originaliteit bij kijken en dan nog durft uw virtuoze creatie in een virtuele vuilnisbak te belanden.
Moedeloosheid spiert al om de hoek, klaar om uw oorspronkelijk beginnersenthousiasme hardhandig neer te beuken... het moment voor mij om me in mijn WonderWomanpakje te hijsen en jullie de helpende hand toe te reiken.

Ik heb namelijk onder mijn leerlingen de perfecte spamgenerator gevonden. Bespaar tijd voor uzelf en laat het opstellen van uw mailtjes voortaan aan hem over. 
Of u nu graag
  1. een onbestaand, defect, veel te prijzig product verkoopt;
  2. een leuke imaginaire job in de aanbieding hebt;
  3. de bloedg...mooie, Russische singles in uw buurt helpt een stabiele relatie op te bouwen;
  4. op een betrouwbare overdracht hoopt tussen uw financiën en andermans credit card-nummer;
  5. een directe fastforward wenst die nodig is om te vermijden dat het creepy meisje uit The Ring 's nachts enge selfies neemt van uw slapende ontvangers;
mijn leerling kan het allemaal feilloos! Zinnen die voor u eindeloos denkwerk vergen eer ze de perfectie bereikt hebben, schudt deze jongen moeiteloos uit zijn muis. Niet overtuigd? Bekijk dit voorbeeldje eens:

Mevrouw hebben wij dat verhaal voorbrengen van soap morgen doen

Geniaal, vindt u niet? Het zou zo het werk kunnen zijn van een of ander illegaal en perfect in te wisselen vluchtelingetje dat zijn of haar hulpkreten en verwijten jegens de Europese Stratego-maarschalken vertaalt op Google, zonder enig linguïstisch begrip te hebben van de spelregels. Perfect wat we nodig hebben, dus. Deze jongen staat garant de esthetiek en proza van de spammail te respecteren, met behoud van een kwalitatief even hoogstaand product. Hem in dienst nemen betekent uw job en/of bijverdienste op een authentieke, integere en volwaardige manier verder beleven, terwijl er meer tijd in uw dag en geld in uw zak achter blijft.

Het spreekt voor zich dat de legale reglementering inzake kinderarbeid van kracht blijft én dat de leerling contractueel-financieel onder mijn hoede staat - twee minieme kanttekeningen die volledig verwaarloosbaar zijn in vergelijking met de extravagante voordelen.

Gelieve mij bij uw ongetwijfeld opgewekte interesse zo snel mogelijk te contacteren


Hoogachtend


D.