donderdag 29 september 2016

THIS IS... not Sparta?

"De ene dag lijk je al wat vatbaarder te zijn voor geluk dan de andere. In Wenen, het warme marmeren hart van Oostenrijk, vond ik in de metro een licht beschonken dude die mij niet alleen een (vloer als) slaapplaats aanbieden wou, maar ook vijf euro, een pizza, een lift op zijn motor naar Bratislava, bier en ijs en een enkeltje naar een tankstation op de snelweg naar Boedapest. 
Ter verduidelijking: dit alles in ruil voor één knuffel.
Ter verduidelijking van de verduidelijking: laat het internationaal geweten zijn dat ik verdomd goede knuffels geef.

Als zo'n platgetrapt, vies zwart kauwgommetje bleef ik echter aan dat tankstation plakken. Mijn hart sprong op toen daar een hippie op me afstapte, maar hij schraapte me niet van de grond af, nee, hij bleek zelf zo'n dolende sukkel te zijn die beroep moet doen op andermans auto om ergens te geraken. Hij kwam van Berlijn en het mag een wonder heten dat hij Bratislava had bereikt, want met hem erbij kwam ik dus duidelijk nergens. 
Enkele uren lang hebben we geprobeerd en het enige dat we (ik) verkregen, waren een paar sigaretten, twee biertjes en een paar broodje-met-ham-en-kaas. Hij vond een lift, maar wel eentje die ons pas de daaropvolgende ochtend kon meenemen. We hebben onze slaapzak dan maar tussen wat bomen gegooid en op de grond en onder devnaaktslakken geslapen. Geen regen, geen muggen en het lokaal nachtrecord slakplukken -en werpen op punt gesteld, wat wil je nog meer?"

schreef ik twee weken geleden, met de intentie het verslag te vervolledigen op het einde van de dag. Niet gebeurd, en ik blameer de warmte. Boedapest, Ljubljana, Sarajevo, Mostar, Dubrovnik, Bar, Pristinje, Skopje, Thessaloniki... FUCKING HEET. Het lijkt alsof al mijn energie opgeslokt wordt door een veelverbruikend, weinig merkbaar resultaat opleverend intern koelingssysteem. 
Twee weken geleden heb ik mijn kleren in een wasmachine kunnen steken, wat dus concreet inhoudt dat ik nu al veertien dagen onder een zonnig gemiddelde van 35 graden aan het marineren ben in mijn eigen lichaamssappen. Of mijn zweet zou de basis kunnen vormen voor een vernieuwde Chanel N° 5, of iedereen verkiest beleefde vriendelijkheid boven eerlijkheid, of of de nasale capaciteiten van de hele wereld zijn om zeep, dunno, maar ik word niet behandeld als het stinkend viswijf dat ik na het zwemmen in de Kaspische Zee ongetwijfeld geworden ben.

Zo word ik op dit moment ook als klant-zonder-geld vriendelijk bejegend in het restaurantje waar Konstantina werkt. Ze is knap, zachtaardig, genereus en vol van levenskracht en excuses. Geen tijd om te reizen. Geen geld. Zelfs een compliment als "You're so brave." is een excuus in disguise. 
Er is niets dappers aan mijn manier van reizen. Iedereen die ik ontmoet is een toffe granaatappel en velen schroeven hun hospitaliteit nog extra hoog op om zo de perfecte vertegenwoordigers te zijn van de generositeit van hun natie. Volgens een ruwe schatting heb ik al zo'n twintig liter bier gekregen, vier sloffen sigaretten, veertig maaltijden, honderd lifts, tientallen slaapplaatsen en 27 euro. Moeiteloos.
'Maar het is toch gevaarlijk?' 
Pfrt, het is wat je er zelf van maakt. 
Ik ga er vanuit dat een enthousiaste, open, leergierige geest met een mooie portie intelligentie, humor en common sense het leeuwendeel van gevaarlijke situaties vermijden of ontmijnen kan. After all, de meeste mensen (mannen) zijn geen wrede psychopaten, je kan hen ten hoogste naïeve, westersewereldvreemde achterlijkheid aanwrijven, het soort waar 'Nee' altijd als 'Blijf proberen, dan komt het wel goed!' geïnterpreteerd wordt. Dat is pokke-irritant, sure, maar gevaarlijk? 
Mijn Roemeense truckchauffeur was de meest bedreigende situatie, en die was voor een groot deel aan het negeren van mijn eigen intuïtie te danken. Voor de rest heb ik tientallen keren mijn weigering tot in den treure moeten herhalen, twee keer een kus moeten ontwijken en slechts een keer iemand geënsceneerd razend tot de orde moeten roepen ("You do have a mother, right? How would you feel if someone would try this with her? If she needed help and a guy tried to disrespect her like you do? Aaah, yes, I thought so!") en daar houdt het gevaar meteen op.

Ik hoop dat ik Konstantina, evenals al mijn andere internationaal gelegde contacten, ooit in mijn huis verwelkomen zal. Dat ze niet gezellig gevangen blijven in hun comfortzone. Ik ben moederziel alleen in Bosnië, Albanië en Kosovo geweest en ik heb geen enkel mentaal, financieel of lichamelijk schrammetje opgelopen. Ik heb met moslims joints gerookt en enkele nachtjes in hun ouderlijk huis doorgebracht. Het is verdomd moeilijk voor vooroordelen om zo nog langer overeind te blijven staan. Ook de natuur, man, vanaf Bosnië wordt de natuur wünderbar. Bergen en bossen en rivieren die zo van een expressionistisch schilderij lijken te stromen. Als vegetariër heb je hier niet veel te zoeken, c'est vrai, maar de mensen zijn zo ongelooflijk gastvrij. Nergens kreeg ik zo gemakkelijk een lift als in de Balkan - al helpt het natuurlijk ook wel om een autostrade te hebben waar de maximumsnelheid soms amper dertig kilometer per uur is. 

Gisteren werd ik door Servische Zweden getrakteerd op een bord verse mosselen, waarna de serveuse me verwelkomde met dessert, ouzo, bier, sigaretten en een slaapplaats. Gevaarlijk, mijn gat. Hooguit een delirium die voldoende charmes bezit om iedereen positief te imponeren. Nu zit ik in datzelfde restaurantje, waar Konstantina me wederom voorzien heeft van een frisse halve liter en een versgerolde sigaret.

Of ik me geen profiteur voel? Nee. Om te beginnen zit 'het profiteren' ergo 'de situatie naar uw eigen belangen kunnen schikken' me in het bloed. Daarnaast gebeurt het zelden dat ik mensen expliciet om iets vraag, nicotine uitgezonderd. Ik klamp niemand aan, ik blijf niet doordrammen en ik reageer op alle (onuitgesproken) weigeringen even vriendelijk. Als ik iets krijg, dan is het omdat mensen me iets aanbieden en het verkiezen mijn weigering - die er uit beleefdheid altijd is - te negeren terwijl ze me wat ijs, fruit, brood, geld of volledige maaltijden toestoppen. Als er naar mijn slaapplaats gepolst wordt, zeg ik eerlijkheidshalve dat die er nog niet is - het moment van de avond waarop hij meestal wel uit een of andere mouw wordt geschud. Ik profiteer niet, ik geniet van het leven en mensen krijgen klaarblijkelijk een voldaan gevoel van mijn genot.

De stomste plaatsen waar ik al ben geweest? Skopje en Siofok. Beiden steden waar Amerikaanse rijkepapa-kindjes dronken worden op martini's en cocktails. Fake, hol, ongepast grotesk en in Skopjes geval, schromelijk lijdend aan financieel niet te verantwoorden hoogheidswaanzin.
De mooiste plaatsen? Al de rest, maar de Balkan heeft toch een speciaal plekje in mij veroverd. Ik raad iedereen Berlijn, Polen (Warsawa uitgezonderd), Brno, Ljubljana, Sarajevo en Thessaloniki aan. Mooi, jong, dynamisch en gastvrij. 
Griekenland is veelbelovend. Ik heb al een lijst toegestopt gekregen met alle steden die ik zeker moet bezoeken, maar ik heb het voorgevoel dat dit langer dan twee weken in beslag zal nemen en zoveel tijd heb ik niet meer. Het is half één 's nachts, net 7 augustus geworden en ik moet voor de 26e thuis zijn (verplichte aanwezigheid betreffende een job waarover geen enkele garantie bestaat dat ik hem op 1 september verder zetten kan), ik moet Brno nog eens een bezoekje brengen, of toch zeker een iemand die daar woont en ik moet, best wel belangrijk, in België zien te geraken. De laatste korrels dwarrelen uit de chillax-zandloper. Athene bereik ik waarschijnlijk niet meer, désolé, maar misschien dat ik hier nog op een of ander hippie-eiland belandt, of in Bulgarije, of in Servië...

Ik hoop dat ik vlotjes aan de afwezigheid van dit alles wennen kan. Niet alleen ontdek ik de wereld en diens inhabitanten, ik ontmoet ook een pak nieuwe vrienden en dit alles voor minder geld dan waar ik thuis mee leef. Vandaag was een geldelijk geschifte dag: ik heb zowaar zes euro uitgegeven aan eten, twee euro aan een museum, drie aan een ketting die de reis niet zou overleven en zeventig aan twee piercings en drie ringetjes. Het schijnt dat de piercer in Wrotslaw zijn huiswerk niet goed heeft nagezien. Bummer, maarrr ik weet nu wel dat de beste piercer ter wereld Nico heet en zich in Griekenland schuilhoudt. 

De zee hier is saai en smerig, helemaal niet zoals in King's Landing, maar de monumenten maken veel goed. Jongens toch. Gisteren een Griekse sarcofaag van een millennium geleden betast. Stond gewoon buiten aan de ingang van het museum, geen glas, geen hekje, zelfs geen 'Please, do not touch'. Zoveel historische schoonheid, zoveel hedendaagse armoede. 
Hoe beter (lees: goedkoper) het is voor de toerist, hoe ongeloviger de inheemse lonen worden. 1000 euro netto in Polen. 400 in Bosnië. 200 in Albanië. En dan ga je naar de supermarkt met de verwachting een grote buit te slaan; forget it. Alcohol en sigaretten, dat is het enige dat naar mijn ervaring mee daalt in prijs. Een zak chips kost in Albanië nog steeds een euro. De Arische drugsdealers in Bosnië vragen nog tien euro voor hun minderwaardige xtc. 

Dus alsjeblieft, s'il vous plaît, bitte, België, stop al dat geldelijk gezaag maar ver weg in je volle portefeuille. Voor veel mensen zijn wij een utopisch land van bier en chocolade.

dinsdag 13 september 2016

Absint in Brno

Terwijl ik druk bezig was me ontheemd en neerslachtig te voelen in een parkje in Brno, kon een van de vele persoonlijksheidsfracties die mijn inner voice besturen het niet nalaten me toe te fluisteren dat komend geluk nu quasi gegarandeerd was. Ik had mijn dieptepunt bereikt en ik voelde (instinctief?) aan dat er geweldige gebeurtenissen in het vooruitzicht lagen. 'Na regen komt zonneschijn', en soortgelijke clichématige shit. 

Dus, nadat ik dit neergepend had in mijn niet-representatieve reisdagboek - Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije stonden nog over een arbitraire grensverdeling getypt en Kosovo en Macedonië schijnen nog niet te hebben bestaan - besloot ik om mijn positieve, stinkende combats ter hand te nemen en blootsvoets naar die andere soloreiziger te wandelen om een praatje te slaan - want zo begint men een avontuur. 
De jongen was beschamend timide, maar hij beschikte over net voldoende kennis van de Engelse taal om een praatje mee te kunnen slaan, so goal achieved. Ik inviteerde hem om mee met mij op stap te gaan en met de locals op café te socialisen en daar had ik al wreed snel spijt van. Hij was zo'n verlegen muurbloempje dat hij niemand durfde te storen met zijn bestaan en zich zelf niet in mijn gesprekken durfde te mengen. Daarnaast zorgde zijn aanwezigheid ervoor dat we als koppel beschouwd werden, waardoor mijn aanwezigheid voor de mannen daar evenveel verwaarloosbaar belang had als een te kleine schuimkraag op hun pintjes van een halve liter. Ook voelde het vreemd aan om zelf het gesprek te starten met voornamelijk heren als je er al eentje mentaal aan je hebt plakken. But I did it anyway.

"Wat kan je goed?", is een doodgeknuppelde vraag waar ik nooit goed op antwoorden kan. 
Ik kan zien. Ik zie het hert dat ons aangaapt naast de autostrade. Ik zie welke spullen je nieuw aangekocht of van plaats veranderd hebt in je huis. Ik zie de vlekjes, barstjes en scheurtjes waar jij jarenlang naast hebt gekeken. Ik zie symmetrie. Ik zie schoonheid. Ik zie persoonlijkheden.

Ik zag de flikkering in iemands ogen en wist dat ik beet had. 

Toen ik me naast Interessant Individu 1 zette en de conversatie aandrukte, sprong de schwung al snel in ons gesprek. Hij verklapte waar je echte absint drinken kon, waar de alternatieve jongeren zich schuilhielden en hij gaf enkele interessante bezienswaardigheden prijs, zoals het naaktstrand en de swingers club. Blok Aan Been zat er voor spek en bonen bij en ging al gauw op een andere plaats oninteressant wezen. Finally free. Interessant Individu 1 moest mijn gezelschap wel inruilen voor dat van enkele vrienden, désolé, maar we spraken af dat hij me de volgende dag een rondleiding verschaffen zou. Voor mij zat er dus niets anders op dan de voorgestelde cafés met een bezoekje te eren. No, just kidding, uiteraard was het de swingers club waar mijn voetjes me naartoe troonden. D'uh.

Ik was de enige bezoeker, een bummer die ik pas ontdekte toen ik al aan tafel was aangeschoven voor een verkennend gesprek met de eigenaar. De zeer aimabele, sociaalvoelende baas sms'te ogenblikkelijk zijn voltallige klandizie en, terwijl we op Godot zaten te wachten, gaf hij me een guided tour door zijn etablissement. Nette badkamer, volwaardige bedden, loungezetels, gloryholes en zelfs een sm-kamer. Als je ooit, tijdens illustere avonturen, een meubel tegenkomt dat lijkt op een groot uitgevallen kinderstoel met een citruspers in verwerkt, weet dan dat er toch alvast één Vlaming rondloopt die het nut hiervan kent. In elk geval een voorbeeld van toonaangevende menselijke creativiteit.
Na de rondleiding zaten de baas, zijn vrouw die net grotere borsten had aangeschaft, de sitebeheerder en ik Facebook te checken, af en toe wat woorden wisselend, wachtend tot iemand zou arriveren. Ongemakkelijk beschrijft het best mijn gevoel van toen. Heck, mijn bandeloze nieuwsgierigheid had me naar daar geleid, maar op dat moment was ik liever ergens anders geweest. Beleefdheid liet me echter blijven - tenslotte was er hoogstwaarschijnlijk iemand onderweg naar hier, speciaal voor mij. 

Die iemand bleek Average Dude Mc Average te zijn. Hij was ongeveer even oud als ik, en dat is al direct de stop van zijn positieve punten. Qua uiterlijk was hij onopvallend, tot het saaie af. Hij sprak geen Engels, durfde me niet in de ogen te kijken en zijn hand beefde onnodig angstig als hij zijn koffietje roerde. Ja, aan de komende awkwardness viel niet te ontsnappen. De baas kon mijn njet overbrengen en ik vertrok haastig, balend over zoveel verloren tijd. Het was ondertussen al middernacht, middernacht op een woensdagavond, damn, hoeveel cafés zouden er nog open zijn? Fors snelde ik naar de absintbar, die zowaar nog open en bevolkt bleek te zijn. Rustig, maar niet doods.

Bij het binnenkomen viel mijn alziend oog direct op een gouden krullenbol, maar hij maakte zich op om naar buiten te gaan, en ik was veel te zenuwachtig geraakt door de tijdsdruk om hem dan ongedwongen aan te kunnen spreken. Dus ik keek gepijnigd naar zijn wegwandelende rug, ging zitten, kalmeerde, trok iedereen door mijn netvlies en er zat hoegenaamd niets interessants bij. Damnit. Met terug verergerende zenuwen verliet ik de zaak om te ontdekken dat de jongen nog buiten stond, met zijn vrienden. Even weifelde ik. Toen vroeg ik of ik erbij mocht zitten en de band was gesmeed.
Het gezelschap studenten was uitermate vrolijk, wat misschien te wijten valt aan het bier, de absint, de acid en de shrooms die ze verorberd hadden. Als licht gestoorden waggelde en wankelde de groep daar 'where the lights are'. Mij allemaal om het even. Toen kwam de xtc eraan en de maan werd nog mooier dan anders en onze vrolijkheid bracht ons naar een zwembad waar er effectief kleurige spotlights naar de hemel werden gericht en de lichten waren betoverend en de muziek zat goed en er druppelde liefde van mond naar mond. We hadden er onze tijd en af en toe een pauze ("Look at how beautiful the moon is." *legt zich neer* "So beautiful.") voor nodig, maar al schaterend kwamen we bij hem thuis aan, waar we goed en zeer weinig hebben geslapen.

's Ochtens kreeg ik als ontbijtvariëteit gestoofde ajuinen voorgeschoteld en 's middags kwam ik mijn afspraak na met Interessant Individu 1, die zijn stad en bed met me deelde en me meenam op restaurant. Terwijl ik eend met honing en dumplings zat te eten, kreeg ik een sms'je dat desondanks de verhakkelde taal niets aan de twijfel over liet: de gouden krullen waren verliefd op me geworden. 
Het gebeurt niet vaak, maar daar wist ik even niets op te antwoorden. Ik liet mijn compagnon het sms'je lezen onder de vragende wanhoop wat ik daar nu mee moest aanvangen. 
Verliefd worden op een meisje dat de dag erna het land alweer verlaten zal, is geen goed idee. Maar het was een knappe, lieve en zachtaardige jongen en ik wou hem gaarne nog een paar keer tegenkomen in mijn leven. Dus ik hield kwetsende waarheden achterwege en sms'te hem om af te spreken. Die avond dronk ik voor de eerste keer in mijn leven absint. De dag erna vertrok ik weer.

Voor het aanraken van zijn twintigjarige hart gaf hij me een ketting cadeau. Normaal ben ik te oud voor zo'n frivoliteiten, maar het was zo'n puur, oprecht en ongedwongen gebaar dat het me roerde. De lucht was donkergrijs en goot water over mijn bus uit toen ik Brno verliet - symbolische ruimte! - maar mijn hart klaarde samen met de zon op. Alles verliep die middag fantastisch: ik had snel een lift te pakken, die me joviaal een liter lokaal gebrouwen zoete wijn toestopte, een Weense dame gaf me nuttige informatie over een gratis festival dat die dag plaats zou vinden, een pen en vijf euro cadeau, op het festival vond ik mdma en een slaapplaats en alles was goed. Ik zou zelfs zeggen dat het haast té warm aan het worden is.

zondag 4 september 2016

Verf aan mijn vingers en spatten op mijn hart.

Ik zou verder moeten schilderen, een tweede laag groen op mijn strepen voor de verf in het verfbakje opdroogt, maar ik luister stilletjes naar Parov Stelar en huil net niet. Het is vreemd hoe dagdagelijkse dingen, zoals de naam van een straat of een hond, een station waar je midden in de nacht belandt omdat een hoogspanningskabel vol ballon je een totaal ander traject laat afleggen, het beluisteren van liedjes op YouTube... een connotatie gekregen hebben die er oorspronkelijk helemaal niet voor bedoeld was. 

Parov Stelar liet me altijd dansen, in een ander huis en een andere tijd, en terwijl ik dit schrijf komen er herinneringen van toen - de lichtinval. De lentezon die ons van haar kracht probeerde te overtuigen - binnengekropen en mijn toenmalige geluk wordt psychisch net niet tastbaar. Ik kan de zon net niet zien, net niet haar warmte voelen, net niet merken hoe mijn lippen toendertijd naar boven waren gekruld en mijn voeten van links naar rechts bewogen. Wanneer ik denk in de herinnering te kunnen kruipen, vervliegt deze weer, met elke vleugelslag een grammetje treurende, hunkerende, zinloze nostalgie achterlatend.

Ik kan er met niemand over praten. Verdriet is sowieso al niet het meest bespreekbare, gewaardeerde onderwerp, en als je dan verdrietig bent over een hartenbreker is het vaatje sympathie snel opgedronken.

Pizza. Opgewarmde pizza van de dag ervoor al swingend opeten. De kruimels van de vloer rapen. Naar de badkamer dansen en even door het raam naar de lente kijken. Toen wist ik al dat het geluk was, broos geluk, maar dat het zo broos zou blijken te zijn, nee, dat had ik niet verwacht.

"Je weet dat het een klootzak is. Mocht hij nu eerst heel erg lief geweest zijn en dan geleidelijk in een klootzak zijn veranderd, dan was dat iets anders. Maar hij was al van in het begin een klootzak en je weet het."

En ik zeg niets, want wat moet ik zeggen? Dat liefde, zelfs die van een emotioneel geretardeerde autist, niet rationeel is? Dat ik verstandelijk perfect besef dat hij me vroeg of laat psychologisch gewurgd zou hebben, maar dat dat mijn brein er niet van weerhoudt voornamelijk te focussen op de rozewolkjesperiode? Dat ik die rozewolkjesperiode verdomd hard mis? Dat ik zijn ongeduldige, asympathieke opmerkingen toen nog niet eens zo erg vond, zolang hij maar een beetje van me hield? Dat ik in zijn gemene kantjes mezelf had herkend, of hoe ik had kunnen zijn? Dat hij overdag dan wel niet de meest aimabele jongen ever was, maar dat hij 's nachts daar wel naar transformeerde?

Hoe kun je de schoonheid van iemands ogen uitleggen? De nooit eerder gevoelde zachtheid van een rug? De geur van baardolie? Dat iemand uit (onterechte) frustratie zijn tanden naar je ontbloot en dat je voor het eerst beseft dat je niet de enige bent die dit doet?

Hoe kun je duidelijk maken dat mensen meerdere persoonlijkheden kunnen hebben? Dat ze overdag nors, nukkig, hard, ongeduldig en wreed kunnen zijn, maar dat je geluk een hoogtepunt kende wanneer je 's nachts in hun armen sliep? 
Zijn overheersende kutwoede zal het hem nooit toelaten het te bekennen, maar in de nachtelijke rust werd hij een ander, kwetsbaarder, oprechter iemand - en dan hield hij van me. In de late/vroege uurtjes kon ik eindelijk open met hem praten over Verdriet, Pijn, Liefde en Verwachtingen, zonder dat er ook maar een spatje ergernis mee gemoeid was. 

"Zijt ge verliefd op mij? Stop er maar snel mee."

Niemand is 'gewoon' een klootzak. Hoeveel relationeel onaanvaardbare shit er ook gebeurt, er zijn altijd wel voldoende sprankels schoonheid, herkenning, interesse, liefde en lust aanwezig die de onaanvaardbare shit aanvaardbaarder maken dan zou mogen. En als je te hard focust op wat was en wat had kunnen zijn - mits een ander deterministisch verleden - dan kan het gebeuren dat je jezelf in je zetel treft, met je reisdagboek in je hand, Parov Stelar op YouTube, aangekoekte groene verf in het verfbakje, tranen in je hart en de woede die in je zit, die altijd wel ergens in je zit verscholen als een prehistorisch overblijfsel, een wild beest dat ervoor zorgt dat je je nooit mens voelt zoals de anderen, dat je de hele mensheid soms tegen de muur zou willen zetten en afschieten, je familie en vrienden en jezelf erbij, alleen om rust in je ziel te krijgen, wel, die woede opent bruusk je lippen en gromt en brult zo luid mogelijk alle haat eruit en je hist razend (teleurgesteld) omdat de enige persoon die hetzelfde deed zichzelf niet toe staat menselijk en zwak te zijn en lief te hebben.

donderdag 1 september 2016

Tsjechische dip

Vandaag zit ik er voor de eerste keer een beetje door. Er brandt oorzaakloos verdriet achter mijn ogen en ik voel me moe, uitgeput en alleen. Mijn gemoedstoestand zal wel te wijten zijn aan een gebrek aan slaap (In Krakau een nachtje gepintelierd en de daaropvolgende nacht luidruchtig gewekt geweest en te lang wakker gehouden door andere, rumoerige pinteliers, in Wroclaw mee moeten opstaan om zeven uur 's ochtends met mijn gedoctoreerde, vakantieloze liftjes en gisteren ook een te korte kutnacht gehad - waarover later meer.), eten (Vermits ik leef als een berooide schooier moet ik het vaak met twee maaltijden per dag stellen: ontbijt en diner. Vandaag zat er negen uur tussen.) en fijn, niet-elke-dag-veranderend gezelschap.

Het reizen zelf vormt geen enkel probleem - al moeten ze me toch niet al te vaak meer op de snelweg droppen. Naar Warschau (overigens geen bezoek waard) heb ik, begeleid door menig geclaxonneer, een tijdje op de pechstrook kunnen wandelen, snel ontsnappen door de voetgangersuitgang, in een of ander roemloos dorp terechtkomen en daar toch nog een rechtstreekse lift vinden... met een Pool die net Jezus herontdekt heeft. Liftje ging niet via de snelweg zelf en duurde zo'n zes jolige uren. Om drie uur 's nachts in zijn ouderlijk huis toegekomen. De dag erna heeft hij me nog een beetje rondgeleid in Warschau, waar ze beren tentoonstellen zoals wij hertjes, maar waar er voor de rest niets bijzonders gaande is. Van ons twee was ik de enige die de vrolijke bedelaar bij het rode licht als mens behandelde en hem niet als onzichtbare schandvlek probeerde te negeren, maar dat terzijde. Kritiek op de hypocrisie van gelovigen is zo 2008. 
Ook deze dag werd ik op de snelweg afgezet, door zwangere moeder-met-kind-en-hond. Deze keer konden de auto's stoppen zonder gegarandeerd brokken te veroorzaken, en eentje deed het dan nog ook, maar toch. Ik haat het. De auto's scheuren je voorbij (op die momenten wordt x kilometer per uur heel erg tastbaar) en of je blijft wachten op een wondertje, of je loopt gepikeerd op de pechstrook voor godknowshowlong tot je een tankstation tegenkomt.
En je kunt er je achterwerk mee bezeren. 
Daarnet veel te haastig de auto willen verlaten, want ja, we stoppen op de friggin' snelweg en veel tijd om te leuteren is er dan niet, en met al mijn kracht, wat toch serieus wat is, ben ik tegen de zijkant van de auto gestoten. Morgen, wanneer ik een bad pakken zal met een fris biertje en een mooie jongen erbij, zal ik voor het eerst merken dat er een mannenvuistdikke bordeaux plek staat daar waar het pijn doet. Maar da's een vooruitwijzing, nu zit ik nog onwetend in een dipje.

Vandaag ging het liften redelijk vlot. Toen mijn Roemeense chauffeur niet meer in land van herkomst zou geraken en ik dan maar besloot naar Praag te gaan, voor de tweede keer in mijn leven, lukte dat op vijf minuten tijd. Het was enigszins leuk om eens op een eerder bezochte plaats terecht te komen, gevoel van herkenning enzo, maar het zorgde er wel voor dat ik 'alles' op drie uur tijd gezien had en dan dringend de horde toeristen wou ontvluchten. Brno. Toffe, mooie stad, dat wel, maar de meeste Midden- en Oost-Europese hoofdsteden lijken architecturaal gezien zo hard op elkaar dat het een beetje eentonig wordt.
Polen was een positieve verrassing: vriendelijkere mensen dan mijn vooroordelen hadden verwacht, mooie natuur en blitse pareltjes van steden. Krakau en Wroclaw zijn must see's. De laatste stad is vergeven van verdoken bronzen beeldjes en de schattigste fontein ter wereld staat daar ook. Impulsief een piercing laten zetten daar, wat het totaal uitgegeven bedrag nu op zo'n 65 euro brengt. 25 euro voor Auschwitz en 25 voor de piercing. Hoe the fuck ik een dikke week op vijftien euro overleefd heb? Talent. 

Tot nu toe heb ik één keer buiten moeten slapen (wat me misschien vandaag ook te wachten staat, als ik geen enkele sympathieke inhabitant opscharrelen kan), twee keer in een kraakpand, vier keer bij mijn lifts en twee keer als verstekeling in een hostel. Eén keer heb ik bij iemand aangebeld om achter eten te schooien en vrijwel direct werd mijn maag gespijsd. Als ik bij iemand blijf slapen koopt/bereidt die meestal avondeten en 's ochtends kan ik daar dan ook nog wat ontbijt meegrabbelen, met soms wat surplus erbij. Dat ik niet naar museums ga en mijn historische honger stil met architectuur, helpt ook. Alles loopt vlotjes.
Soms heb ik kou, soms heb ik honger, soms doen mijn benen pijn van te lang stilzitten in een auto, en soms van te veel wandelen in de steden. Nog niet vermoord, beroofd of verkracht geweest - al was gisteren een close call. Ah. Het te korte kutnachtjesverhaal.

Gisteren wou mijn sympathieke en betrouwbare Roemeense truckchauffeur het bovenste deel van zijn stapelbed niet aan een quasi onbekende (moi) afstaan, omdat hij mij (zichzelf) niet volledig betrouwde. Dus dan kwam hij op het formidastische idee mij een slaapplaats aan te bieden in de truck van een andere Roemeense chauffeur, die hij van haar nog pluim kende en die geen woord Engels sprak. Geniaal. 
"Don't look at me like that", oftewel, 'Ogen die boekdelen spreken, volume één'. Soit, mijn chauffeur probeerde mij en zijn geweten te sussen door te wijzen op de maritale status, het vaderschap en de algemene betrouwbaarheid van chauffeur nummer 2. 
"He has promised nothing will happen. You can sleep there completely safe, I promise." 
En ik twijfelde. Misschien beoordeelde ik de tweede chauffeur inderdaad te haastig en zou ik hem wel mijn vertrouwen hebben gegeven als hij Engels sprak. Misschien was hij inderdaad een betrouwbare vader. Dus toen mijn originele chauffeur me zijn gsm-nummer gaf "so you can call me if something would happen, which won't be the case", stapte ik, licht tegen mijn goesting, in het bovenste bedje van de tweede chauffeur.

Blijkt dat het bijzonder moeilijk slapen is als er midden in de nacht een halfnaakt, schraal Walter White-mannetje naast uw bed om seks begint te bedelen. Voor hem was zijn verbale handicap wat de Engelse taal betreft een voordeel, des te gemakkelijker kon hij doen alsof hij mijn "No" niet verstond. Blijkbaar horen woedende blikken, overtuigde nee-knikken en opgestoken, vermanende wijsvingers ook bij het Engelse vocabularium, want daar snapte hij precies ook de ballen van. Jongens toch.

Sinds ik alleen rond was beginnen trekken, had ik een schaar rond mijn nek gehangen. Diezelfde schaar had ik wijselijk onder mijn kussen gestoken, net naast mijn gsm. Ik had een wapen. Ik kon het gebruiken - en ik kon het niet. Hoezeer ik me ook bedreigd voelde door die verlepte vent die maar bleef aandringen, me af en toe aanraakte en de dekens naar boven trok (bummer, al mijn kleren nog aan) en die bovenal geen enkel respect toonde naar mijn obvious weigering toe, ik wist dat ik nooit mijn schaar naar hem zou kunnen richten, let alone ermee steken. Dus ik nam mijn ander wapen. 
"Come now. He's touching me." En toen kon ik eindelijk slapen bij chauffeur nummer één, wat vanaf het begin al de meest logische oplossing was geweest, en ik was veilig en alles was in orde en jeej. Dit was wel een zeer goede reminder om mijn buikgevoel altijd te blijven volgen, tenzij het wederom onze maag is die niet begrijpt dat er om economische redenen gevast wordt.

Ik koop niet graag eten. Ik ben een vlijtige verzamelaar van oude en nieuwe herinneringen, dus waarom zou ik mijn kostbare geld ruilen voor iets wat gedoemd is tot cloaca te vergaan? In Krakau verkochten ze wel een zalig worstje van ochottekes vijftig cent per honderd gram, en ik heb ook al croissants gekocht en een krokant pizzabroodje. De decadentie.
Vandaag voor de volledige twee euro vijf gebakjes gekocht, maar ik heb er nu dikke spijt van, want gebak is maaltijd noch voedzaam, en ze smaken allemaal naar dezelfde suiker. Misschien dat dit mijn dipje getriggerd heeft, who knows, maar ik mis mijn bedje een beetje, en mijn havermout (met appel, banaan, lijnzaad, nootjes, kurkuma en gember!), mijn thee, mijn FUCKING INTERNET - ik heb nul de botten verbinding met mijn nieuw gekregen oude smartphone, zal wel aan mij liggen - mijn vrienden, mijn verdomde hartenbreker en zelfs mijn kleine hamster, die tijdelijk bij opvangcentrum Damian is geplaatst.

Straks ga ik de plaatselijke cafés uitchecken; zo weinig mogelijk zelf bestellen, hopen op gratis drank in ruil voor mijn charmes, kinderlijke eerlijkheid en positief enthousiasme - en dat terwijl ik al vijf dagen dezelfde sokken rond mijn voeten heb. 'Ze stinken' is een understatement. Hoe hard zou ik nu al stinken? Ik was me wanneer mogelijk, maar ik draag dacht en nacht dezelfde kleren. Mijn haar is gewassen, maar slecht gekamd en ik voel hoe bepaalde haarlokken naar dreads willen transformeren. Soms verbaast het me dat mensen mijn aanwezigheid blijven opzoeken. - en hopen dat er in het beste geval meer dan een slaapplaats te versieren valt. Vooralsnog enkel Australië gehad. 

Cross fingers en wens het verleden geluk.