donderdag 1 september 2016

Tsjechische dip

Vandaag zit ik er voor de eerste keer een beetje door. Er brandt oorzaakloos verdriet achter mijn ogen en ik voel me moe, uitgeput en alleen. Mijn gemoedstoestand zal wel te wijten zijn aan een gebrek aan slaap (In Krakau een nachtje gepintelierd en de daaropvolgende nacht luidruchtig gewekt geweest en te lang wakker gehouden door andere, rumoerige pinteliers, in Wroclaw mee moeten opstaan om zeven uur 's ochtends met mijn gedoctoreerde, vakantieloze liftjes en gisteren ook een te korte kutnacht gehad - waarover later meer.), eten (Vermits ik leef als een berooide schooier moet ik het vaak met twee maaltijden per dag stellen: ontbijt en diner. Vandaag zat er negen uur tussen.) en fijn, niet-elke-dag-veranderend gezelschap.

Het reizen zelf vormt geen enkel probleem - al moeten ze me toch niet al te vaak meer op de snelweg droppen. Naar Warschau (overigens geen bezoek waard) heb ik, begeleid door menig geclaxonneer, een tijdje op de pechstrook kunnen wandelen, snel ontsnappen door de voetgangersuitgang, in een of ander roemloos dorp terechtkomen en daar toch nog een rechtstreekse lift vinden... met een Pool die net Jezus herontdekt heeft. Liftje ging niet via de snelweg zelf en duurde zo'n zes jolige uren. Om drie uur 's nachts in zijn ouderlijk huis toegekomen. De dag erna heeft hij me nog een beetje rondgeleid in Warschau, waar ze beren tentoonstellen zoals wij hertjes, maar waar er voor de rest niets bijzonders gaande is. Van ons twee was ik de enige die de vrolijke bedelaar bij het rode licht als mens behandelde en hem niet als onzichtbare schandvlek probeerde te negeren, maar dat terzijde. Kritiek op de hypocrisie van gelovigen is zo 2008. 
Ook deze dag werd ik op de snelweg afgezet, door zwangere moeder-met-kind-en-hond. Deze keer konden de auto's stoppen zonder gegarandeerd brokken te veroorzaken, en eentje deed het dan nog ook, maar toch. Ik haat het. De auto's scheuren je voorbij (op die momenten wordt x kilometer per uur heel erg tastbaar) en of je blijft wachten op een wondertje, of je loopt gepikeerd op de pechstrook voor godknowshowlong tot je een tankstation tegenkomt.
En je kunt er je achterwerk mee bezeren. 
Daarnet veel te haastig de auto willen verlaten, want ja, we stoppen op de friggin' snelweg en veel tijd om te leuteren is er dan niet, en met al mijn kracht, wat toch serieus wat is, ben ik tegen de zijkant van de auto gestoten. Morgen, wanneer ik een bad pakken zal met een fris biertje en een mooie jongen erbij, zal ik voor het eerst merken dat er een mannenvuistdikke bordeaux plek staat daar waar het pijn doet. Maar da's een vooruitwijzing, nu zit ik nog onwetend in een dipje.

Vandaag ging het liften redelijk vlot. Toen mijn Roemeense chauffeur niet meer in land van herkomst zou geraken en ik dan maar besloot naar Praag te gaan, voor de tweede keer in mijn leven, lukte dat op vijf minuten tijd. Het was enigszins leuk om eens op een eerder bezochte plaats terecht te komen, gevoel van herkenning enzo, maar het zorgde er wel voor dat ik 'alles' op drie uur tijd gezien had en dan dringend de horde toeristen wou ontvluchten. Brno. Toffe, mooie stad, dat wel, maar de meeste Midden- en Oost-Europese hoofdsteden lijken architecturaal gezien zo hard op elkaar dat het een beetje eentonig wordt.
Polen was een positieve verrassing: vriendelijkere mensen dan mijn vooroordelen hadden verwacht, mooie natuur en blitse pareltjes van steden. Krakau en Wroclaw zijn must see's. De laatste stad is vergeven van verdoken bronzen beeldjes en de schattigste fontein ter wereld staat daar ook. Impulsief een piercing laten zetten daar, wat het totaal uitgegeven bedrag nu op zo'n 65 euro brengt. 25 euro voor Auschwitz en 25 voor de piercing. Hoe the fuck ik een dikke week op vijftien euro overleefd heb? Talent. 

Tot nu toe heb ik één keer buiten moeten slapen (wat me misschien vandaag ook te wachten staat, als ik geen enkele sympathieke inhabitant opscharrelen kan), twee keer in een kraakpand, vier keer bij mijn lifts en twee keer als verstekeling in een hostel. Eén keer heb ik bij iemand aangebeld om achter eten te schooien en vrijwel direct werd mijn maag gespijsd. Als ik bij iemand blijf slapen koopt/bereidt die meestal avondeten en 's ochtends kan ik daar dan ook nog wat ontbijt meegrabbelen, met soms wat surplus erbij. Dat ik niet naar museums ga en mijn historische honger stil met architectuur, helpt ook. Alles loopt vlotjes.
Soms heb ik kou, soms heb ik honger, soms doen mijn benen pijn van te lang stilzitten in een auto, en soms van te veel wandelen in de steden. Nog niet vermoord, beroofd of verkracht geweest - al was gisteren een close call. Ah. Het te korte kutnachtjesverhaal.

Gisteren wou mijn sympathieke en betrouwbare Roemeense truckchauffeur het bovenste deel van zijn stapelbed niet aan een quasi onbekende (moi) afstaan, omdat hij mij (zichzelf) niet volledig betrouwde. Dus dan kwam hij op het formidastische idee mij een slaapplaats aan te bieden in de truck van een andere Roemeense chauffeur, die hij van haar nog pluim kende en die geen woord Engels sprak. Geniaal. 
"Don't look at me like that", oftewel, 'Ogen die boekdelen spreken, volume één'. Soit, mijn chauffeur probeerde mij en zijn geweten te sussen door te wijzen op de maritale status, het vaderschap en de algemene betrouwbaarheid van chauffeur nummer 2. 
"He has promised nothing will happen. You can sleep there completely safe, I promise." 
En ik twijfelde. Misschien beoordeelde ik de tweede chauffeur inderdaad te haastig en zou ik hem wel mijn vertrouwen hebben gegeven als hij Engels sprak. Misschien was hij inderdaad een betrouwbare vader. Dus toen mijn originele chauffeur me zijn gsm-nummer gaf "so you can call me if something would happen, which won't be the case", stapte ik, licht tegen mijn goesting, in het bovenste bedje van de tweede chauffeur.

Blijkt dat het bijzonder moeilijk slapen is als er midden in de nacht een halfnaakt, schraal Walter White-mannetje naast uw bed om seks begint te bedelen. Voor hem was zijn verbale handicap wat de Engelse taal betreft een voordeel, des te gemakkelijker kon hij doen alsof hij mijn "No" niet verstond. Blijkbaar horen woedende blikken, overtuigde nee-knikken en opgestoken, vermanende wijsvingers ook bij het Engelse vocabularium, want daar snapte hij precies ook de ballen van. Jongens toch.

Sinds ik alleen rond was beginnen trekken, had ik een schaar rond mijn nek gehangen. Diezelfde schaar had ik wijselijk onder mijn kussen gestoken, net naast mijn gsm. Ik had een wapen. Ik kon het gebruiken - en ik kon het niet. Hoezeer ik me ook bedreigd voelde door die verlepte vent die maar bleef aandringen, me af en toe aanraakte en de dekens naar boven trok (bummer, al mijn kleren nog aan) en die bovenal geen enkel respect toonde naar mijn obvious weigering toe, ik wist dat ik nooit mijn schaar naar hem zou kunnen richten, let alone ermee steken. Dus ik nam mijn ander wapen. 
"Come now. He's touching me." En toen kon ik eindelijk slapen bij chauffeur nummer één, wat vanaf het begin al de meest logische oplossing was geweest, en ik was veilig en alles was in orde en jeej. Dit was wel een zeer goede reminder om mijn buikgevoel altijd te blijven volgen, tenzij het wederom onze maag is die niet begrijpt dat er om economische redenen gevast wordt.

Ik koop niet graag eten. Ik ben een vlijtige verzamelaar van oude en nieuwe herinneringen, dus waarom zou ik mijn kostbare geld ruilen voor iets wat gedoemd is tot cloaca te vergaan? In Krakau verkochten ze wel een zalig worstje van ochottekes vijftig cent per honderd gram, en ik heb ook al croissants gekocht en een krokant pizzabroodje. De decadentie.
Vandaag voor de volledige twee euro vijf gebakjes gekocht, maar ik heb er nu dikke spijt van, want gebak is maaltijd noch voedzaam, en ze smaken allemaal naar dezelfde suiker. Misschien dat dit mijn dipje getriggerd heeft, who knows, maar ik mis mijn bedje een beetje, en mijn havermout (met appel, banaan, lijnzaad, nootjes, kurkuma en gember!), mijn thee, mijn FUCKING INTERNET - ik heb nul de botten verbinding met mijn nieuw gekregen oude smartphone, zal wel aan mij liggen - mijn vrienden, mijn verdomde hartenbreker en zelfs mijn kleine hamster, die tijdelijk bij opvangcentrum Damian is geplaatst.

Straks ga ik de plaatselijke cafés uitchecken; zo weinig mogelijk zelf bestellen, hopen op gratis drank in ruil voor mijn charmes, kinderlijke eerlijkheid en positief enthousiasme - en dat terwijl ik al vijf dagen dezelfde sokken rond mijn voeten heb. 'Ze stinken' is een understatement. Hoe hard zou ik nu al stinken? Ik was me wanneer mogelijk, maar ik draag dacht en nacht dezelfde kleren. Mijn haar is gewassen, maar slecht gekamd en ik voel hoe bepaalde haarlokken naar dreads willen transformeren. Soms verbaast het me dat mensen mijn aanwezigheid blijven opzoeken. - en hopen dat er in het beste geval meer dan een slaapplaats te versieren valt. Vooralsnog enkel Australië gehad. 

Cross fingers en wens het verleden geluk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten