zondag 9 juli 2017

This kittycat got herself neutered

Toen ik drieëntwintig was, ging ik voor de eerste keer naar de gynaecoloog. Niet voor een preventieve check-up of uit angst voor smerige ziektes, nee, ik had beslist dat het meest ideale leven voor mij er eentje zonder kinderen zou worden en daarvoor had ik hulp nodig van de medische wereld.

Online had ik gezocht naar de gynaecoloog bij wie ik het snelst op afspraak kon komen en met een gerust gemoed fietste ik erheen, ervan overtuigd dat een sterilisatie aanvragen even eenvoudig was als een afspraak regelen bij de tandarts of een aanvraag indienen voor een soa-controle. Zo kalm mogelijk als mijn nervositeit het toeliet begon ik aan mijn uitleg en het verbaasde me oprecht toen de gynaecoloog, een vriendelijk vaderfiguur van om en bij de vijftig jaar, mijn enthousiasme niet deelde en zich daarentegen weigerachtig opstelde. 

Hij vond me te jong voor zo'n serieuze ingreep.

Op dat moment had ik nog niet ingezien dat het kalf gestopt was met spartelen en reeds verdronken in de spreekkamer lag en met vernieuwd enthousiasme begon ik mijn argumenten nog eens af te vuren, gebruikmakend van alle overtuigingskracht die ik bezat. 

Ik verhaalde mijn aan walging grenzende afkeer voor alles wat jonger dan twaalf jaar en menselijk is. Hoe ik mezelf zo ver mogelijk uit de buurt van kleuters en peuters probeerde te houden en hoe ik er altijd voor vreesde desbetreffende baby per ongeluk uit het raam te keilen als een naïef trotse moeder onbewust haar pasgeboren smurrie in mijn handen had gedrukt. Ik distantieerde mezelf van enig moederinstinct en daarmee verbonden zijnde biologische klok. 
Waarom zou ik iets in mijn leven willen integreren waar ik levenslang verantwoordelijk voor moet zijn en dat de kern van mijn eigen bestaan zou worden? Waarom zou ik mezelf het lichamelijke, emotionele en hormonale leed van een zwangerschap en een opengescheurd lijf bij de bevalling cadeau doen voor een ongewenst en ongewild kind? 
Omdat de hele mensheid schijnt te geloven dat je leven pas waarde heeft als zo'n klein mormel het volledig overhoop kan gooien? Nee, bedankt, daar pas ik voor. 
De wereld krioelt van de mensen en ik ben veel te egocentrisch om mijn genetische bijdrage in die mierenhoop te gooien - that is, als ik het zelf uit mijn lichaam moet zien te persen en daarna nog kan opvoeden ook. Sorry, geen interesse. En stel, stel dat ik toch van gedachten verander, wat ik betwijfel, maar toch, enkel de dood is voor eeuwig en zelfs dat misschien niet. 
Stel? Genoeg kinderen die nood hebben aan een nieuw gezin, zij het pleeg, zij het adoptie. Een kinderwens kan ook vervuld worden door in de reeds bestaande poel te wroeten.

Verwachtingsvol keek ik de gynaecoloog aan. Zo'n mooie, logische argumenten en zoveel minachting naar kinderen toe, daar kon hij toch geen nee tegen zeggen?

Hij zei dat hij me nog steeds te jong vond. Een sterilisatie wordt meestal pas uitgevoerd bij vrouwen vanaf dertig jaar, want veel van hen hebben dan al enkele zwangerschappen achter de rug en anyway, op die leeftijd worden ze sowieso als matuur genoeg beschouwd om deze vrij definitieve beslissing te mogen nemen.
Hij zei dat er wel uitzonderingen op de regel waren. Bij zeer ernstige lichamelijke of mentale (en erfelijk doorgeefbare) aandoeningen. Of als ik nu al kinderen had gehad.

Perplex keek ik hem aan. 

"Dus als ik een onverantwoordelijke tiener was geweest en dan al zwanger was geworden om nu met enkele koters rond te lopen had ik wel gesteriliseerd kunnen worden?"
De dokter knikte.
"En als ik naar een andere gynaecoloog ga?"
"Overbodig, al mijn collega's zullen u hetzelfde vertellen. Wat u wel kunt proberen, is uw vraag elk jaar opnieuw te stellen en misschien dat u me dan weet te overtuigen."

Verbouwereerd en met vochtige ogen fietste ik terug naar huis. Ik voelde me machteloos, alsof ik niets van zeggenschap had over mijn eigen lichaam. Op mijn leeftijd mocht je stemmen, een tatoeage laten zetten, een wapen kopen, het leger ingaan, trouwen, een lening van honderdduizenden euro's aangaan bij de bank... maar je laten steriliseren, nope, daar ben je dan net niet volwassen genoeg voor. Behalve als je al kinderen hebt. 

Er begon zich een grote woede in me te vormen. Niets is zo gemakkelijk (voor twee vruchtbare mensen) dan zwanger te worden: even onveilige seks hebben en de baby's floepen er al uit. Niemand die nagaat of je wel verantwoordelijk genoeg bent om nieuw leven te creëren, niemand die je emotionele, lichamelijke, sociale en financiële status even checkt, niemand die vraagt 'of je wel zeker bent' van deze ingrijpende en onherroepelijke beslissing, nee, elke marginale debiel kan en mag zich vrijuit voortplanten. 
En ik begrijp best hoe walgelijk het is als de staat zich hierin zou bemoeien en eugenetisch zou bepalen wie er kinderen mag krijgen en wie niet, maar why the fuck is het zo ontiegelijk veel moeilijker om géén kinderen te krijgen dan om het wel te doen? 

Als je geen kinderen wilt moet je naar de dokter en/of de apotheek en geld neerleggen voor een slechts deels terugbetaalde vorm van anticonceptie, wetende dat er voorlopig niets is dat 100% zekerheid biedt. Het enige echt betrouwbare anticonceptiemiddel dat een man kan gebruiken is het condoom, en dat durft wel eens te scheuren of af te vallen, quasi alle betrouwbare anticonceptiemiddelen voor de vrouw fucken met haar hormonen en bijgevolg dus ook met haar lichaam en emoties, het koperspiraaltje is enkel aan te bevelen als je al zwanger bent geweest en sterilisatie wordt niet uitgevoerd als je nog een jonge, vruchtbare uterus hebt, tenzij, again, je al zwanger bent geweest.

(An sich mag ik niet klagen met mijn pil; ik neem een generische versie en betaal amper 17 euro voor een heel jaar, ik word er niet dikker van, heb hoofdpijn noch stemmingswisselingen, genoeg mensen kunnen getuigen dat het best wel oké zit met mijn libido en ik slaag er ook in om mijn menstruatie er een hak mee te zetten, maar toch. Maar toch. Ik wil geen kinderen, nu niet, later niet, nooit. Ik wil niet vruchtbaar zijn, een wens die in theorie moeiteloos te vervullen is, maar waar ik in de praktijk op een grote, ondoordringbare muur ben gebotst.)

Ik was diep teleurgesteld in en razend kwaad op de medische wereld, maar ik had weinig keus dan de toenmalige beslissing te aanvaarden om het een andere keer opnieuw te proberen, let's say, twee jaar later, 13 juni.

Ook deze keer geloofde ik in de overwinning, maar nu wist ik dat de tegenstand zwaar zou zijn. Ik bewapende me met een non-verbaal schild van mijn bij iedereen in de smaak vallende zelfvertrouwen, vlot, gewaagd en lichtjes naar het arrogante neigende en ik stak zoveel en zo logisch mogelijke argumenten op mijn verbale boog als ik maar bedenken kon. Ik stapte de spreekruimte in met een poeslieve glimlach en met de schittering in de ogen van zij die een doel hebben en dit ook wensen te bereiken, en zo begon het gevecht.

Twee jaar daarvoor had ik al mijn argumenten opgebouwd rond het feit dat ik geen kinderen wou. Dit jaar had ik de thematiek verder uitgewerkt, nu sprak ik begeesterd vanuit het feit dat ik geen kinderen wou, omdat ik een onverantwoordelijk, egocentrisch mens ben, afkomstig van een emotioneel ontwrichte thuissituatie en bijgevolg psychologisch volledig ongeschikt de zorg te dragen voor een zelfgekweekte nakomeling, wat mede ook gesteund wordt door mijn recreatief druggebruik, de veelvuldig romantisch en seksueel getinte relaties die ik met allerhande onbetrouwbaar schorem soms tegelijkertijd aanga en de komende reis van ik weet niet waarheen en ik weet niet hoelang.

"Ja, maar dat probleem kan ook op een andere, minder ingrijpende manier worden opgelost. Sterilisatie is zo definitief, waarom laat u dan, bijvoorbeeld, niet het spiraaltje steken? Dan bent u ook zeker dat u niet zwanger wordt en als u het spiraaltje na vijf jaar laat verwijderen, bent u dertig en als u wilt kan u zich dan zonder probleem laten steriliseren."

Ik had hem. 
Intuïtief voelde ik aan dat mijn argumentatie hem wel degelijk beroerd had en dat het nu een kwestie was van koppig doorzettingsvermogen. Met een extra vleug passie (die ongetwijfeld zichtbaar fonkelde in mijn ogen) diende ik heb van repliek.

"Maar meneer, dat is slechts voor vijf jaar. Ik wil nooit kinderen. Hoe overbodig is het dan niet om nu een spiraaltje te laten steken, vijf jaar te wachten en me dan te laten steriliseren als ik dat evengoed nu al kan doen? Want dat wil ik: mij laten steriliseren. Daarnaast heb ik mijn research al gedaan en ik heb gelezen dat sommige mannen het spiraaltje voelen tijdens het vrijen, of dat er per ongeluk aan het koordje en zodoende aan het volledige spiraaltje getrokken wordt. Dat klinkt fucking pijnlijk en ik heb daar geen zin in."
"Dat kan ik begrijpen, maar een sterilisatie blijft een onomkeerbare ingreep. Ik vind het voor mezelf niet te verantwoorden dit uit te voeren bij iemand die zo jong is."
"Meneer, er zijn genoeg beslissingen die mensen nemen die vrij onomkeerbaar zijn. Ik vraag me altijd af hoeveel mensen er spijt van hebben gekregen dat ze ooit aan kinderen begonnen zijn. Daar hoor je nooit iets over, maar hoeveel zullen er wel niet zijn? Als je een keuze maakt, dan moet je met de gevolgen om kunnen gaan. Ik ga binnen vijf jaar ook niet boos worden op mijn tatoeëerder als ik mijn tatoeages niet meer mooi vind. Verantwoordelijkheid opnemen, daar gaat het over. Mocht ik ooit spijt krijgen van deze keuze, wat ik betwijfel, dan ga ik het u niet verwijten, dan ga ik wel een kind adopteren of me opgeven als pleegouder - dan kan ik zelfs nog de leeftijd van het kind kiezen. Dan heb ik nog iemand geholpen ook."

De gynaecoloog zuchtte, terwijl hij keek in mijn ogen die toen als sterren gestraald moeten hebben.

"Ik vind u nog steeds te jong, maar, en ik beloof niets, als u met uw huisarts praat en hem kunt overtuigen mee de verantwoordelijkheid voor deze beslissing te dragen, dan zal ik er nog eens over nadenken. Dit is te veel verantwoordelijkheid voor mij alleen. Maar ik  beloof niets." 

Diezelfde week maakte ik een afspraak met mijn huisarts. Vol vertrouwen regelde ik er onmiddellijk een afspraak met de gynaecoloog bij. Hoe sneller het allemaal verliep, hoe beter. Ik kon altijd nog tijdig afzeggen als het antwoord van de dokter even negatief zou uitdraaien als mijn laatste soa-test.

"Wie ben ik om bepalen wat jij met je lichaam mag doen? Je hebt er duidelijk over nagedacht en als je dit echt wilt, wie ben ik dan om dat te weigeren?"

...

Op 5 juli, afgelopen woensdag, zat ik om kwart voor zeven 's ochtends in de wachtruimte bij de receptie van het ziekenhuis. Ik baalde dat ik er een kwartier te vroeg was, probeerde mijn honger en dorst te negeren, las alle mededelingen op de hangende schermen (Een week parkeren als patiënt of bezoeker van kost... euro, Was je handen, Vacatures open voor... Welkom in het ziekenhuis, Voor uw veiligheid wordt meerdere keren naar uw naam en geboortedatum gevraagd, Andere campussen...) zoveel keer als dat ze verschenen en probeerde niet te veel na te denken over wat er te gebeuren stond. Niet dat ik opeens zou terugkrabbelen (zot!), ik heb gewoon een bloedhekel aan ziekenhuizen en dit was de eerste keer dat ik vrijwillig voor een opname gekozen had. Daarnaast blijft een operatie toch iets om nerveus over te worden.

Om zeven uur openden de drie loketten en ik en mijn nummertje 3 sprongen naar voor. De receptioniste sprak me met mijn naam aan nog voordat ik mijn identiteitskaart gegeven had en, nadat ik mijn geboortedatum en adres bevestigde, mocht ik al na een minuut op zoek in het genummerde ziekenhuislabyrint naar mijn afdeling, die ik probleemloos vond. 
Nadat ik mijn naam en geboortedatum vertelde tegen de verpleegster, wees ze me mijn kamer toe. Daar kon ik me direct amuseren met het invullen van enkele formulieren, wat allemaal heel vlot verliep, alleen kon ik niet met een gerust geweten antwoorden op 'Wie komt u halen?' en 'Wie blijft er vandaag op u passen?'
'Niemand' was een eerlijk doch foutief antwoord, dus ik dacht eventjes na en schreef dan maar de naam en de gsm-nummer van mijn Damian op. After all, hij was mijn meest betrouwbare connectie hier. Ik rekende erop hem niet te hoeven storen - de gynaecoloog had op voorhand gezegd dat de operatie niets zou voorstellen, een kijkoperatie van een kwartiertje, that's it, en dan kan je gewoon naar huis, wat meteen de reden was waarom ik niet gezocht had naar een oppasser - maar je weet nooit wat de dag voor je in petto heeft.

Ik bracht de papieren naar de receptie, stopte mijn gouden ring in mijn schoudertas en deponeerde deze in een kluisje, waarna het wachten begon. Een verpleegster hopte even binnen, vroeg me naar mijn naam en geboortedatum die ik op deze manier echt zou durven te vergeten, besprak de invulling van de komende tijd en vroeg vervolgens of ik pubes, schaamhaar had. Toen wist ik al dat er verandering zou komen aan die toestand. 
Ik deed het prachtige, blootskontige ziekenhuisgewaad aan en zij nam er haar trimmer bij. We keuvelden in een zeer vertrouwelijke, huiselijke sfeer over de werkomstandigheden in het onderwijs terwijl ik daar lag met een blote kut en zij mijn vachtje kortwiekte. Uiteindelijk bleef er enkel een belachelijk toefje in de buurt van mijn clitoris achter. Even twijfelde ik haar te vragen of ze dan maar niet direct alles wou trimmen, het leek tenslotte nergens naar, maar een mens moet het verschil kennen tussen een ziekenhuis en een beauty salon. 
Ze ging weg, ik legde me waanzinnig comfortabel op het bed en wachtte af tot het mijn beurt was.

Om acht uur werd ik door een andere verpleegster opgehaald nadat ze me bevraagd had naar mijn naam en geboortedatum, die ik verbazingwekkend genoeg nog steeds correct wist op te sommen. We praatten over het niet willen hebben van kinderen en hoe weinig respect de maatschappij voor die beslissing heeft, terwijl we gangen in en liften uit rolden. Ze stalde me even opzij en mijn bed werd al snel door een andere verpleegster gekaapt, die eveneens zeer geïnteresseerd was in de dag waarop ik uit mijn moeder ben gekropen en welke naam ze dat verrimpelde en bebloede ding toen toegekend hebben. Ik vroeg me af of de bruine vlekken op het plafond afkomstig waren van schimmel, maar ik achtte het geen wenselijke vraag, dus liet hem onuitgesproken.

Ik kwam in een kamertje terecht met een verpleegster en iemand die, naar men zei, stagiaire was. De verpleegster ratelde kilobytes informatie uit tegenover de stagiaire, die voornamelijk haar hoofd op en neer wist te bewegen. Toen er naar mijn naam werd gevraagd, kregen ze er direct mijn geboortedatum bij.
"Ja, dat zijn ze dus ondertussen al gewoon, maar je moet dus altijd naar hun naam en geboortedatum vragen."
Het stond op de schermen, dacht ik. Veiligheidsprocedure, mijmerde ik. Maar ik hield mijn lippen in een glimlach op elkaar en probeerde te doen alsof de aanwezigheid van een stagiaire me volkomen onberoerd liet.

De verpleegster liep weg en liet het aan de stagiaire over om een naald in mijn ader te steken. Twijfelend en onzeker zocht ze al het materiaal bij elkaar. Ze verontschuldigde zich nog voor ze in de zoektocht naar m'n ader deze volledig doorboord had en vergoelijkend lachte ik en ik loog dat ik het niet erg vond, maar god, wat was ik stiekem opgelucht toen de verpleegster terugkwam en mijn ader met een dunnere naald in één snelle poging penetreerde.

De stagiaire rolde mij en mijn bed naar de operatiekamer, onder twee gigantische lampen die hun design van een ufo gestolen leken te hebben. 
Naam? Geboortedatum? Ingreep?
Ik wist alle vragen juist te beantwoorden, dus ik mocht naar de laatste ronde. 
Mijn tatoeage werd afgeplakt als beschermingsmaatregel, mijn handen werden naast mijn lichaam vastgebonden door middel van een knoop die op een oneindigheidsteken leek, het mondmasker werd boven de daarvoor voorziene plaats gehouden en toen ik elf was en mijn pols gebroken had, moest ik van tien tot nul tellen, maar hier schijnt men mijn mathematische kennis niet te willen toetsen, dus ik adem diep in en uit. In en uit. Ik hoop dat alles naar behoren werkt, want ik heb ooit een reportage gezien van mensen die wakker werden tijdens hun operatie en dat lijkt me toch niet wenselijk. In en uit. In en uit. Worden de contouren van de verpleegster die het mondmasker vasthoudt nu vager? In en uit. In en uit.

...

Ik word wakker met pijnlijke bovenbenen, wat me stoort. Mijn buik is ook niet optimaal - ik heb de indruk dat ik op dit moment mijn eileiders en het klemmetje dat er rond werd gedraaid perfect kan situeren, maar deze pijn intrigeert me en stoort daarom nauwelijks. Mijn benen daarentegen... Ik wil me op mijn zij draaien en een verpleegster komt direct tegen mijn warrig hoofd zeggen dat ik op mijn rug moet blijven liggen en ik luister, maar mijn dijen gedragen zich alsof ze uren in dezelfde houding hebben gelegen - wat ook zo is - en protesteren hier heftig tegen. Ik ben moe en wil uitrusten, moet uitrusten, maar de stramheid in mijn benen leidt me te hard af. 
Ik draai ze naar links. 
Naar rechts. 
Breng mijn knieën naar omhoog.
Zet mijn benen in een X.
In een O.
...
Het helpt allemaal geen zak. Een verpleegster vraagt me mijn pijn te beoordelen: van 0 tot 10. Een 2, zeg ik, en ik vertel dat ik de klemmetjes voel, maar dat mijn benen voor de meeste overlast zorgen. Ik moet hier nog even uitrusten, vertelt ze, en ik wil wel, maar mijn dijen willen niet. 
Deze kamer ligt vol met mensen die wakker worden en aan de resonantie van het gehoest, gekuch en gerochel te horen zijn de meesten een pak ouder dan ik. Aan de overkant worden braakgeluiden geproduceerd en dat stoort me bijna even hard als die verdomde benen. 
De man die naast me ligt en die ik door het plastic, gele gordijntje niet kan zien geeft zijn pijn een score van zeven op tien. Onderscheiding. Zonder de operatie of lichamelijke gesteldheid van de man te kennen vind ik hem een kleinzerige sukkel, net zoals ik mijn benen kleinzerige sukkels vind.

Op een bepaald moment word ik naar mijn kamer gebracht. De weg is korter dan deze naar het operatiekwartier en de plafond is niet met schimmel beschilderd. 
Ik vraag of het mogelijk is een glaasje water te krijgen, wat onmiddellijk gebracht wordt en door mij gulzig opgedronken - het eerste vocht in twaalf uur tijd. 
Het is ongeveer half elf en de zoektocht naar de positie die mijn benen soelaas biedt blijft duren. Een verpleegster komt binnen en vraagt me om mijn pijn te benoemen met een cijfer. Nog steeds een 2. Ik verhaal van mijn benen en dat ik graag op mijn zij wil liggen, maar dat me verteld werd dat dit niet mocht. Van deze verpleegster mag het wel. En als er iets is, bel gerust, en ze hangt het drukknopje duidelijk naast mijn bed.

Als ze weg is probeer ik me op mijn zij te draaien, maar mijn eierstokken schreeuwen en vloeken en ik slaag slechts een beetje in mijn opzet. Buiten zijn er werkzaamheden bezig, zoals er altijd werkzaamheden bezig zullen zijn op momenten als deze.
Ik ben moe, doch mijn zeurende benen blijven het slapen verhinderen. Het zou helpen als naast mijn bed iemand stond van wie ik hield, iemand die tegen me zou praten, over mijn hoofd zou strijken, zou zeggen dat alles goed komt en me zo zou afleiden van de fucking kleinzerigheid van beider benen. Dus ik beeld me in dat m'n Delirium naast me staat. 
Hij sust me met exact de juiste woorden, alsof ik ze zelf in zijn mond heb gelegd, hij streelt over mijn been en mijn hoofd en we gniffelen en lachen en ik word rustig en moe en dommel een beetje weg.

De deur wordt geopend en een verpleegster komt binnen. Anderhalf, zeg ik, en ze schenkt me een minuscuul blikje cola in, kijkt tussen mijn benen waar alles naakt en blijkbaar bebloed is en drukt er een verband tussen. Ze bevestigt dat ik moet bellen als er iets is, als ik naar toilet moet ofzo en ze is nog niet weg of ik bedenk me dat een kortstondig wandelingetje naar het toilet misschien wel positieve effecten heeft op mijn benen, die al verbeterd zijn, maar het kan beter, alles kan beter behalve dat wat volmaakt is.
Ik zet me een beetje recht, wil mijn baxter meetrekken en merk dat de ijzeren staaf waar deze aan hangt onlosmakelijk met het bed verbonden is. Ja, dan niet. Ik vlij me weer neer, merk dat er onder mijn benen papieren vergeten liggen te zijn en leg ze zonder te lezen op het kastje dat in elk ziekenhuis naast het bed staat. Ongeacht de zangprestaties van de bouwvakkers buiten val ik weer in een lichte slaap.

De deur wordt geopend en een andere verpleegster komt binnen. Eén, zeg ik, en ze vraagt zich luidkeels af waar die papieren vandaan komen - "Dat zal niet de bedoeling zijn geweest." - en waarom er een vuil laken naast me ligt. Ik kijk en merk dat het laken inderdaad redelijk bevlekt is met bloed dat enkele uren daarvoor nog in mijn lichaam deed wat bloed daar hoort te doen. Feestjes houden, sprintwedstrijden organiseren tussen de witte en rode bloedcellen, that kind of stuff. 
Ze heft het verband tussen mijn benen een beetje naar omhoog, concludeert dat het nog goed is en verdwijnt naar buiten, na me ervan te vergewissen dat ik altijd mag bellen.

De deur wordt geopend, de verpleegster komt binnen en ik blijf bij mijn vorige één. Mijn bloeddruk wordt gemeten en ik geef te kennen dat dit misschien wel een gepaste gelegenheid is om naar toilet te gaan. Ze maakt me even los van de baxter, laat me op de rand van het bed zitten voor ik mag opstaan - waardoor ik de indruk krijg dat wandelen een riskante onderneming geworden is - en wandelt het metertje met me mee naar toilet. 
Ik plas, wat me tevreden stelt, maar mijn toiletpapier ziet eruit alsof ik het net in een dood beest gewrongen heb, wat mijn tevredenheid teniet doet. Terwijl ik aan het sukkelen ben met bloed dat letterlijk overal heen wil, doet de verpleegster de deur open (kind heeft toch alles al gezien) en ze kijkt toe hoe ik druppels bloed van de vloer veeg, van de bril en van mijn handen, die ik daarna plichtbewust was, en ze voert me mee naar bed, waar ik een nieuw verband tussen mijn benen krijg en in slaap val.

De deur wordt geopend, een verpleegster haalt me van mijn baxter af en vult mijn plastic bekertje bij met cola. Nu is het wachten op de gynaecoloog, en dan mag je naar huis. Zeker bellen als je ons nodig hebt, als je nog eens naar toilet moet ofzo. 

Als ze weg is, drink ik mijn cola meteen op en besluit nog eens naar toilet te gaan. Ik voel me, gezien de situatie, top. Probleemloos stap ik naar toilet en tot grote tevredenheid kan ik kakken. Als ik in een ziekenhuis genoeg kracht heb om eerder verorberd en nu volledig verteerd voedsel uit mijn strakke anus te persen, dan ben ik mijns inziens zo goed als genezen. De massa bloed probeer ik te negeren, al is het op deze manier moeilijk te concluderen of mijn kont nu al dan niet voldoende geveegd werd, maar hé, er zit een gigadik en megagroot verband tegen mijn vulva aan geperst waar al het vuil op terecht komt, dus who gives a shit? 
Tevreden spoel ik door en ga slapen, meer valt er toch niet te beleven.

De verpleegsters komen op tijd en stond nog eens binnen. Een van hen vraagt me of ik opgehaald word, wat ik eerlijkheidshalve ontken. Ik woon maar tien minuten verder - met de fiets, maar dat zeg ik er wijselijk niet bij. Ze kijkt vertwijfeld en verklaart dat de anesthesist het niet verantwoord zal vinden dat ik alleen op pad ga, of ik niet iemand weet die me kan voeren en op me kan passen, risico's, blaberdieblub... en ik zet mijn geïnteresseerde gezicht op, geef haar volkomen gelijk en druk haar op het hart dat ik iemand zal verwittigen. 
Ik krijg extra verbanden en enkele papieren mee: een enquête, een algemene uitleg over wat mag en niet mag ("Deze pijnstillers niet, want die zijn bloedverdunnend en ja, dan bloed je meer", zegt de verpleegster en ik hoor: "Geen alcohol."), maar extra vragen kan ik zeker stellen aan de gynaecoloog.

Als de gynaecoloog binnenkomt, het is nu kwart over twee, vraagt hij hoe het gaat. Goed. Heb ik nog vragen? Nee. Hij zegt dat de draadjes vanzelf verdwijnen en dan vertrekt hij. Ik besluit zijn goede voorbeeld te volgen en trek onmiddellijk mijn kleren aan, haal mijn tas uit de locker, kruip op mijn fiets en rij naar huis. 

Ik zet thee, maak yoghurt-met-fruit klaar om mogelijke flauwtes voor te zijn, ruim een beetje op, trek de plakker van mijn tatoeage (die ze gvd deels op de tatouage zelf geplakt hebben!) en spendeer de meeste tijd op mijn zetel, slapend, luisterend naar muziek, chattend, Cloud Atlas herbekijkend. 's Avonds douch ik gestold en geronnen bloed weg van tussen mijn benen en oranjekleurig ontsmettingsmiddel van op mijn benen, mijn buik en mijn borsten.

De pijn in mijn dijen is weg, maar het steekt nog in mijn buik, iets wat de komende dagen gradueel zal verminderen, zoals ook het bloedverlies verminderen zal. Twee dagen loop ik zo krom als een oud mannetje - er zitten precies keien in mijn buik te klotsen, en ze wegen door en trekken me naar omlaag. Daarnaast heb ik ook het wandeltje van een bejaarde overgenomen: ik schuifel. Pijnstillers heb ik niet nodig, slaap des te meer. De pleister op mijn navel heb ik eraf getrokken en onder mijn navel zit een sneetje van drie centimeter. Het sneetje is gevoelig, dus ik heb er een nieuwe pleister op geplakt.

Ik reken erop dat ik morgen weer optimaal zal zijn. Dan vier ik de verjaardag van mijn moeder en daarna begint mijn reis naar ik weet niet waarheen en ik weet niet hoelang.

Tot ooit.

1 opmerking:

  1. Damn, men vriendin is echt al jaren aan het smeken en gwn niks. Bij mij 2 keer huisdokter en de afspraak was binnen...

    BeantwoordenVerwijderen