vrijdag 12 mei 2017

De hectische mallemolen die mijn leven voorstelt

Er is zoveel om op te schrijven dat ik niet weet waar te beginnen. Misschien helpt een lijstje:

  1. Ik werd verliefd.
  2. Alles werd awkward.
  3. Ik werd verliefd.
  4. Teleurstelling alom.
Gek hoe gebeurtenissen die zo'n impact op je leven hebben zo banaal zijn in hun kern. But first things first.

Ik werd verliefd.

Vorig jaar liep mijn hart in de paasvakantie Rex tegen het knappe getatoeëerde lijf, een gebeurtenis die zes turbulente weekends zou naslepen en waar ik zes maanden revalidatietijd voor nodig had. Dit jaar werkte een Canadees zich mijn gevoelsleven in.

Twee weken lang ging ik liften doorheen Nederland. Oorspronkelijk wou ik in Utrecht beginnen, maar na een moeizame start en een vergeten afslag kwam ik terecht in Den Haag. De bestuurder vond onze gesprekken blijkbaar even tijdverdrijvend amusant als ik, want bij het uitstappen kreeg ik zomaar eens even vijftig euro cadeau. 
Ik wist niets van Den Haag en kuierde wat door het stadscentrum, op zoek naar interessante persoonlijkheden en pittoreske taferelen. Hoewel er heel wat progressief volk rondliep, was geen enkele persoonlijkheid die mijn pak kruiste interessant te noemen. Uitermate mooie stad, dat wel. 's Avonds fikste ik me een slaapplaats bij een jongen die sowieso eens in zijn leven onbewust een vrouw verkrachten zal en de daaropvolgende dag vertrok ik naar Delft.

'Zoals Amsterdam, maar dan in het klein', werd me verteld. Klein was het inderdaad, en als je met 'zoals Amsterdam' bedoelt dat er grachten zijn en huizen en Nederlanders, dan is het inderdaad zoals Amsterdam. Mijn avondeten werd voorzien door een bejaarde dame bij wie mijn roep naar eten en gezelschap in goede aarde was gevallen. Ze nam haar rollator in de hand en gidste me door de stad. Bij een huiselijk restaurantje trakteerde ze me, en de hartige pannenkoek van die dag heb ik me achteraf lichtelijk beklaagd, want dit zou de laatste gelegenheid voor me geweest blijken te zijn om gezond te kunnen eten.
's Avonds zat ik in een jeugdhuis dat zo goedkoop was dat ik voor de eerste keer in mijn leven zelf in mijn drank van die avond heb voorzien. 1,70 euro voor een glas whisky en 2,5 voor een cocktail - daar kan zelfs mijn financieel geweten geen bezwaren tegen hebben. Die nacht bleef ik bij de tapster slapen, al betekende dat wel dat ik hiervoor terug naar Den Haag moest. Geen probleem, daar wist ik tenminste al waar ik kon liften en was er bananenbrood voor mij voorzien.

Toen ik de dag nadien aankwam in een Rotterdam dat moderner was dan ik me ooit had kunnen voorstellen, legde ik al vrij snel contact met Marisol, een Argentijnse dokter wiens contactgegevens verkeerd uitgewisseld werden en nu enkel in mijn herinneringen een vriendin zal blijven. Ze deelde haar eten en reiservaringen met me en gaf me de gelegenheid nog eens als verstekeling een hostel te betrekken. Terwijl we olijk in de gemeenschappelijke keuken bezig waren met ons avondeten, traden de broertjes Honeywell op. 
Nou, nou, zag zoveel schoonheid er niet veelbelovend uit? Hoewel het langste haar aan de jongste broer toebedeeld was, leek de maturiteit van de oudste beter passend. Marisol gaf me een drankje van 40° en haar zegen, ik sleep mijn woorden, nam mijn schoonheid onder de arm en ging op jacht.

("I was going to talk to you, but then I left and when I came back, you were talking with my brother and all was lost."
"Is that so?"
"Yes. I noticed you checking me out."
"I most definitely didn't check you out."
"You most definitely did."
"You're way too young to notice that.")

Rond drie uur 's nachts, in een kamer gevuld met zeker acht volledig bevolkte stapelbedjes, vond een dame het nodig om de stilte te vervuilen met vragen en mededelingen als 'Are you guys having sex?',  'That's so disrespectful!' en mijn persoonlijke favoriet: 'You should do it in the shower or on the stairs'. Ongelooflijk hoe sommige mensen gewoon geen ruk geven om de nachtrust van anderen.

De dag erna was het hostel volgeboekt, maar de broertjes hadden in ruil voor hun concertje de koppeltjeskamer gekregen. Vanaf het moment dat het tweepersoonsbed vrijkwam, lagen ik Hanlan erin. Het was een zeer gemakkelijk bed. Uitermate aangenaam. Bijzonder comfortabel. Het schijnt dat de hele hostel die avond op de hoogte was van mijn tevredenheid betreffende de kwaliteit van dat bed. 
Na onze uitermate bevredigende dagrust ging Hanlan een ander meisje bezoeken. Ik mocht iets in zijn herinneringenboekje schrijven, dus ik goot de inkt uit in enkele liefdevolle en zorgvuldig uitgekozen zinnen, deed mijn kleren aan en ging naar beneden. In de living kon ik nog een glimp opvangen van hem en het meisje, maar al gauw was dat koppeltje naar een geschiktere plaats verhuisd. 

Nate, de jongste broer, wou de piano in het station bespelen en omdat ik hetzelfde wou doen met hem, bracht ik de volledige avond naast zijn zijde door. Zijn muziek was even passioneel als mijn karakter en toen we 's avonds naar huis liepen, waren onze handen verstrengeld en onze lippen vochtig. Toen we in de gang Hanlan tegenkwamen, besefte ik dat hij nog steeds de meeste liefde in mijn ziel teweegbracht. Ik gaf hem mijn grijns cadeau, hij mij zijn knipoog en ik liep met zijn broer de koppeltjeskamer in, die nu waarschijnlijk hoogtijdagen beleefde. 

Wat er toen gebeurde had zalig decadent kunnen zijn. Had. Als er iets gebeurd was.

Nate was verward en wist niet zeker wat hij wou, maar had vermoedens dat ik dat alvast niet was. Even verward, met een lichtelijk gekwetst ego en ongelooflijk veel goesting wou ik zijn broer zoeken. Die net vijf minuten ervoor vertrokken bleek te zijn. Met dat ander meisje. En de gedachte dat het bed de hele nacht door mij en zijn broer bezet zou worden.

Ah. 

Ik peuterde twee sigaretten los, dronk een halve fles Vermout leeg en maakte halfgedeprimeerd een nachtelijke wandeling met Nate, die zijn stralende humeur niet verloren was. 's Nachts sliepen we samen. Het was pas tegen de ochtend dat ik mijn neerslachtigheid van me wist af te schudden en net op het moment dat ik bereid was Nate wederom te knuffelen zonder enig verlangen naar meer, kwam Hanlan binnen met een meisje aan de hand. Hij kreeg net genoeg tijd om hallo te zeggen eer ik hem vertelde wat er niet was gebeurd.

(Later gebeurden er dingen die mogelijkerwijs een combinatie inhielden van mij, Hanlan en Meisje N°1, maar jullie hoeven niet alles te weten) 

Sinds dat moment bleef ik bij de jongens plakken. We hielden er een luilekkerleventje op na met royaal besmeerde pindakaas-met-hagelslag boterhammen, veel chocola, nog meer muziek, een decadente hoeveelheid seks, een beetje liften en fun fun fun. Rotterdam moesten we gedwongen verlaten - alle hostels waren definitief volgeboekt vanwege een marathon - en ik nam hen onder mijn hoede en naar Breda. Daar leerden ze op straat wat hippies kennen wiens huis altijd voor ons zal openstaan. Vanuit Breda gingen we naar Utrecht en toen het einde van de vakantie in zicht kwam, liften we terug naar Breda. 

Het was twaalf uur 's nachts. We waren weer bij de hippies beland en ik had zin om snel te gaan slapen. Hanlan en Nate waren al een half uur verdwenen in de nacht, waarschijnlijk om wiet te kopen ofzo. Slapen zou fijn zijn. De bel ging, de deur werd opengemaakt, de jongens kwamen naar boven... vergezeld van twee meisjes. Het ene meisje, een Française, hing liefdevol rond Nate. Het andere, Duitse meisje stond naast Hanlan en ik kan jullie bezweren dat er een krijsend RED ALERT signaal in mijn hoofd afging zodra ik haar zag.

Alles werd awkward.

Hanlan zei niets en liep er zo ongemakkelijk bij dat ik mijn toevlucht zocht in sigaretten en eenzame afzondering. Soms moest ik de groep wel weer in, om te drinken, te schijten, me op te warmen en nieuwe sigaretten te stelen. Hij en dat meisje lagen dan steeds in de zetel te flikflooien. Het duurde nooit lang voor ik weer verdween om een beetje gepijnigd te staan wezen op het dak, mijn emoties uitzingend op de mensen die me totaal vergeten leken te zijn.

Nate had een (h)eerlijk emotioneel gesprek met me. Een van de hippies was bezorgd over me. Hanlan wist perfect onbekommerd te zijn totdat zijn broer hem aan mij herinnerde.

Hij vond de hele situatie fucking awkward en wist niet hoe hij ermee om moest gaan. Alvast niet zo.
Hij hield van dat meisje. Dat was duidelijk.
Hij hield ook van mij. Dat wist ik. Maar wist hij dat hij mij het gevoel had gegeven dat ik zijn belangrijkste liefde was?
Dat was niet zijn bedoeling geweest. Hij had me zijn ring gegeven, een gouden verlovingsring met diamantje.
Zij had ook een ring van hem gekregen. Misschien moest hij maar een pak ringen bijkopen, zodat hij elk meisje een gevoel van uniciteit kon geven.
Maar je bent uniek! Spreekt voor zich, maar, Animal Farmgewijs: 'iedereen is uniek, maar sommigen zijn unieker dan anderen.'
Het speet hem. Dat wist ik. Hoeveel meisjes waren er zo nog?
Dat wist hij niet. Hoeveel?
Enkelen. Ik raadde hem aan te leren communiceren als hij niet overmatig harten wou breken en valse verwachtingen scheppen.
Wat nu? Spreken met dat andere meisje.

Het was drie uur 's nachts. Hanlan had het meisje net ingelicht over de precieze omvang van mijn positie en dergelijke en nu was het mijn beurt om te proberen zo snel mogelijk een klik met haar te krijgen, want ik wist hoe deze avond besloten zou worden. Vijftien minuten hebben we gepraat en toen begonnen we met z'n allen aan de slotact van deze überawkward avond.

Bij Meisje N°1 waren de zaken ook aardig geforceerd geweest, maar daar hield ik wel een goed gevoel aan over. Hanlan wist toen zijn aandacht perfect te verdelen, ik en dat meisje probeerden hetzelfde ook bij elkaar en hoewel we niet ver raakten, voelde het kortstondige geheel wel ongedwongen aan.

Nu leek het alsof ik per ongeluk in andermans bed was beland. Een trio zoals Ross had beleefd. Ontiegelijk verveeld en gekwetst tot op het bot zat ik naast een wild vrijend koppeltje naar buiten te kijken en te bedenken dat de maan wel heel mooi scheen die nacht. 

"Did you like it?"
"... A little bit."
"Just a little bit?"
"Yesss. Just a li-i-i-ittle bit."
"... We'll talk tomorrow. I love you. Good night."

En zo geschiedde het dat ik die nacht geen oog dichtdeed, nog eens ging paffen en mijn eigen gevoelens vervloekte terwijl er naast mij gelebberd werd. We lagen op de grond en de kou voerde koppig aanvallen uit op onze huidjes. Omdat ik als eerste was gaan slapen, had ik mezelf in het enige deken weten te wikkelen. Soms leek het alsof iemand anders aan het deken trok, maar een mens heeft af en toe lichte vormen van wraak en een warm dekentje nodig.

Om 8 uur 's ochtends was ik wakker. Als halfbevroren, opgesteven wrak deed ik mijn jas aan en ging op de zetel liggen, ervan overtuigd dat ik mijn Canadese Kariboe finaal kwijt was. Toen een van de hippies 's ochtends een kopje koffie kwam zetten, kreeg hij er gratis een hyperventilerend meisje bij.
Een à twee uur hebben we gepraat. Het was een goed gesprek, over verantwoordelijk zijn over je eigen leven, de plicht naar anderen maar voornamelijk naar jezelf toe hebben om problemen zo snel mogelijk aan te kaarten, open te durven communiceren over je eigen gedachten en verlangens, misschien zelfs bereid zijn problemen in de groep te gooien en er samen over te discussiëren... Ik was nog steeds een wrak, maar ik had mijn hoop terug. 

Ik zette thee voor Hanlan en z'n Duitse liefde - mogelijks gecompliceerde gesprekken voeren doe je pas als iedereen uitgerust is, gegeten, gescheten en gedronken heeft en zich aldus lichamelijk goed in z'n vel voelt - en toen ze wakker en uitgerust waren hebben we nog eens gepraat. Goed gepraat.

Die avond liftten ik en de hele bende naar mij thuis. Daar zijn ze enkele dagen gebleven. Meisje N°1 kwam ook nog eens langs, maar buiten slapen gebeurde er niets in het drukbevolkte bed. Met z'n allen gingen we Meisje N°1 bezoeken in Antwerpen, waar Hanlan eerst haar bed kapot neukte met z'n andere dame en vervolgens zijn acrobatische toeren met mij herhaalde op een scheefgezakt bed. 
Meisje N°1 heeft haar bed zelf nog mogen herstellen, want iedereen vertrok plotsklaps weer naar Breda omdat 'de situatie te onhoudbaar was geworden'. Ffs.

Met een gouden ring om m'n vinger, een Canadese Kariboe in m'n hart en de hoop komend jaar met hen rond te gaan liften in Europa, keerde ik terug naar het normale leven. Doordeweeks tieners opvoeden en in het weekend afspreken met vriendinnen (waaronder Meisje N°1!) en naar psytrancefeestjes gaan. Zo ontmoette ik twee weken geleden mijn Delirium.

(Valse namen verzinnen is altijd lastig. Vaak worden het koosnaampjes, taalgrapjes of subtiele verwijzingen en eigenlijk zou ik je daarom beter Shamrock hebben genoemd. Echter, Delirium is de naam die ik mezelf zou hebben gegeven en, vrouwelijk as it might be, als er een iemand is die mijn naam waard is, dan denk ik dat jij het bent.)

Delirium was geboren in Ierland, sprak heel de avond de coup de foudre die ik bij hem teweeg had gebracht uit in het Engels en wist zich pas 's ochtends te realiseren dat hij het Nederlands minstens even goed beheerste. Ik nam hem mee naar me thuis, waar we een van de luidste, passioneelste en meest awesome vrijages ooit hadden. We namen ons plechtig voor elkaar nog te zien. Nog geen dag later waren we aan het chatten en speciaal voor hem installeerde ik de Skype die ik vanwege Habibi verwijderd had. Elke dag keek ik uit naar onze gesprekken en ik werd me er bewust van hoe hard ik hem miste.

Ik werd verliefd.

Eén dag had ik met hem doorgebracht, elke dag waren we met elkaar in gesprek en ik was verliefd. Zelfs naar mijn normen is dat snel. Omdat ik hem zo miste (en zo benieuwd was naar het effect dat we op elkander teweeg zouden brengen als we elkaar nog eens zouden zien in real life én volledig nuchter) besloot ik om het daaropvolgende weekend al halsoverkop naar hem te liften.

Is het een overdrijving te stellen dat ik nog nooit zo'n goede klik met iemand heb gehad? 

We waren eenzelfde soort cynische hippies, intellectueel aan elkaar gewaagd, verbaal even scherp, onze humor op dezelfde lijn. Seksueel gezien paste alles zo goed dat ik 's ochtends grapte dat ik waarschijnlijk direct zwanger zou raken mocht ik de pil niet nemen, 'want we klikken gewoon té goed'.

Dat weekend deden we nauwelijks iets en we deden het met passie. In bed sluimeren, roken, eten kopen, thee drinken, vrijen, in de zetel lummelen, eten consumeren, vrijen, muziek beluisteren, een geweldige film bekijken, snoepen, roken, de ziel in elkanders ogen mentaal aanraken, vrijen en praten, praten, praten.

Is het een overdrijving te stellen dat ik nog nooit zo'n goede klik met iemand heb gehad?

Na dat oprecht zalige weekend liftte ik weer naar huis, onderweg nog de kop en poten van een halfvergane Canadese gans stelend. In Antwerpen besloot ik mijn avond nuttig te besteden en een vriend te bezoeken, een appelflauwte te krijgen en Hanne te laten delen in mijn geluk. 
Zij vindt Hanlans persoonlijkheid ondergeschikt aan zijn kaakbeenderen en ik begrijp perfect wat ze bedoelt, maar zoals ik tegen m'n Delirium ook gezegd heb: onderschat het belang van goedgevormde kaakbeenderen niet. Anyway, ze was blij voor me dat ik iemand had gevonden met een evenwaardig karakter. Ik was persoonlijk ook blij voor mezelf.

De dag nadien ontvelde ik de schedel, ontdekte dat deze bewoond was door een zwerm maden, probeerde de ganse kudde eruit te halen - eerst manueel, dan met behulp van een pot kokend water - en nu wordt het geheel gepekeld in zout.

Tijdens onze volgende Skypesessie bezwoer Delirium me dat ik niet te verliefd op hem mocht worden. Een zeer vreemde uitspraak, me dunkt, eentje waarvan ik me nu herinner dat Rex die ook geuit heeft. Niet te verliefd worden? Alsof zoiets te regelen valt. Alsof ik niet al verliefd op hem was. Alsof hij niet al verliefd op mij was.
Ik haalde mijn typische grijns weer boven.
"Nee, ik meen het," zei hij, "Je mag niet te verliefd worden op me."
"Sure, sure", dacht mijn hoofd en vertaalde het in een uitgestrekte grijns en twinkelende oogjes.

...

Ik heb het ooit eens meegemaakt dat ik verliefd was op een knappe en toffe jongen en dat het wederzijds was, maar dat die jongen het boeltje prematuur aborteerde omdat hij mijn blog had gelezen, mijn karakter volledig had geanalyseerd en besloten had dat onze liefde niets kon worden en daarom zo snel mogelijk diende te sterven om ons overbodig leed te besparen.
Nu met mijn woorden: het kon niets worden zolang ik poly-amoureus was. 
Dit was een zeer pijnlijke en teleurstellende ervaring.
Nooit gedacht hem zo snel opnieuw mee te maken.

...

Het is fucked-up om me op een piëdestal te blijven zetten terwijl je me net in de vuilnisbak hebt gegooid. Om je leven zo te laten regeren door onzekerheden, angsten en onverwerkte trauma's en zo je eigen en andermans geluk te vergooien. Om je 'klootzak-zijn' als geldig excuus aan te proberen voeren, terwijl het niet meer is dan een met drogredenen gebouwde muur waarachter je je kunt verschuilen voor alle verantwoordelijkheden, voor het besef dat mensen te veranderen zijn en je echt wel bewust keuzes maakt.

Het is fucked-up dat jij, die anderhalf jaar alleen bent gebleven en nu niemand anders heeft, de zekerheid van de eenzaamheid verkiest boven de onzekerheid die elke liefde, doch zeker de mijne, teweeg brengt. Dat je niet bereid bent alles even z'n beloop te laten, wat weken/maanden af te wachten en te zien wat we dan voor elkaar betekenen. Dat je me niet eens de mogelijkheid hebt gegeven iets aan dit lot te veranderen.

Het is fucked-up om je soulmate gevonden te hebben en zo snel te verliezen.

Teleurstelling alom.

Edoch, zoals mijn hippievriend in Breda zei: we zijn permanent verantwoordelijk voor ons eigen geluk. Jij hebt mij behoorlijk schaakmat gezet en ons geluk ligt nu integraal in jouw handen.
Doe me een plezier en weet het te redden.

Ik hoop dat je genoeg kracht in jezelf vindt om van mij te houden, want ik hou verdomd veel van jou.

Liefs

D.
(Jouw vrije, Vlaamse vogel)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten